Minister ziet geen meerwaarde in het verder verlagen van de maximum transporttemperatuur
De minister deelt de zorgen van de sector dat het uitstellen van transport kan leiden tot overvolle stallen en een ongelijk internationaal speelveld voor ondernemers. Zij ziet op dit moment geen toegevoegde waarde in het verlagen van de maximum transporttemperatuur wanneer elders in Europa wel bij hogere temperaturen mag worden gereden. De minister spreekt in een brief aan de Tweede Kamer haar voorkeur uit voor het in het Europees verband afspraken maken over de transporttemperatuur.
Nachtelijk slachten
In voorbereiding op het op termijn verlagen van de transporttemperatuur wil de minister met de NVWA en de sector in gesprek over nachtelijk slachten in warme perioden. Tegelijkertijd verwacht de minister dat de sector aan de slag gaat met maatregelen om de negatieve neveneffecten op het dierenwelzijn aan te pakken. Als voorbeeld noemt zij het inbouwen van extra ruimte in de keten. Deze extra ruimte zou ook bij uitbraken van dierziektes goed van pas kunnen komen.
In haar brief benadrukt Wiersma dat ze heel veel waarde hecht aan het aanpakken van de negatieven neveneffecten van het verlagen van de transporttemperatuur voordat ze überhaupt overweegt de transporttemperatuur te verlagen.
Onduidelijkheid over fosfaatrechten
Minister Wiersma heeft de Commissie Deskundigen Meststoffen (CDM) gevraagd of het langer aanhouden van ongespeende kalveren de aanschaf van fosfaatrechten verplicht. Het CDM geeft in haar advies aan dat kalveren bestemd voor de vleesveehouderij kunnen worden ingedeeld in een andere diercategorie waardoor geen extra fosfaatrechten nodig zijn. Tegelijkertijd waarschuwt het CDM voor eventuele problemen die dat op kan leveren bij handhaving. De NVWA daarentegen ziet geen problemen bij de handhaving, mits melkveehouders de kalveren die ze af willen voeren direct aanmelden voor diercategorie 112, 115 en 117.
Lang transport levende dieren
Zoals afgesproken met de Kamer blijft minister Wiersma zich inzetten voor een verbod op lang transport van einde-carriére dieren en jonge, ongespeende dieren. Om deze transporten te voorkomen streeft de minister naar een verschuiving van het transport van einde carriére-dieren naar karkasvervoer. Maar ook hiervoor geldt dat de minister niks kan zonder de rest van de Europese Unie.
