Overijssel wil vergunningverlening voor omschakelende stoppers weer opstarten

Bij dat besluit werd verwezen naar de uitspraak in december van de Raad van State. Door die uitspraak is intern salderen met natuurvergunningen niet meer mogelijk als de natuurdoelen in de Overijsselse Natura 2000-gebieden onvoldoende zijn geborgd.
Motivering
Volgens Gedeputeerde Staten is nu samen met de Rijksoverheid een motivering ontwikkeld die het mogelijk maakt om weer vergunningen te verlenen aan deelnemers aan deze landelijke beëindigingsregelingen. De (maximaal) vijftien procent van de stikstofemissie uit de geldige vergunning kan daarbij gebruikt worden voor een nieuwe activiteit. Deze resterende stikstofruimte zou niet nodig zijn voor de natuur.
De Raad van State oordeelde in december nog dat boeren en andere ondernemers die iets nieuws gaan doen, een nieuwe vergunning moeten aanvragen. Dat betekende dat deelnemers aan de stoppersregeling die willen omschakelen naar een andere bedrijfstak dus ook een nieuwe vergunning moesten aanvragen. Het was afgelopen maanden onzeker of zij deze vergunning krijgen omdat de kans aanwezig is dat de natuur volgens de rechtbank ook onder de nieuwe activiteit te lijden zou hebben.
Animo regelingen
In totaal hebben 1.700 boeren in Nederland zich aangemeld voor de stoppersregelingen Lbv en Lbv-plus, waarvan het merendeel in Gelderland, Noord-Brabant, Limburg en Overijssel.
In die regelingen staat dat stoppende boeren 15 procent van de stikstofruimte uit hun vergunning mogen gebruiken voor bijvoorbeeld nieuwe activiteiten. Door de uitspraak in december van de Raad van State was dat onduidelijk geworden. Daardoor was er de vrees dat deelnemers hun aanmelding voor de twee regelingen zouden intrekken.
Bij het opschorten van alle vergunningverlening in januari liet Overijssel al direct weten dat er continu zal worden naar mogelijkheden om die snel geheel of gedeeltelijk weer mogelijk te maken. Met het besluit van GS worden nu dus in ieder geval de honderden deelnemers aan de twee stoppersregelingen in Overijssel tegemoet gekomen.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ellen Meinen