GD vindt nieuwe variant parvovirus bij biggen

Eind 2024 maakten volgens GD de eerste dierenartsen melding van opmerkelijke afwijkingen bij biggen op enkele varkensbedrijven. Na deze eerste meldingen is GD overgegaan tot uitgebreid onderzoek. De verschijnselen bestaan uit bolle ogen met een afwijkende stand, soms gepaard gaand met een te rode, kalende en rimpelige huid. De afwijkingen komen voor bij enkele biggen in 20 tot 70 procent van de tomen, maar zijn niet dodelijk. Varkenshouders en dierenartsen geven aan dat de verschijnselen na verloop van tijd ook weer verdwijnen.
Geen exacte oorzaak bekend
Ondanks het intensieve onderzoek kon de GD de exacte oorzaak van deze afwijkingen aanvankelijk niet vaststellen. Recent is met geavanceerde ‘virus discovery’-methoden een parvovariant gevonden in weefsels en bloed van aangedane dieren. Hoewel het verband tussen alle gemelde klinische verschijnselen en de vondst van dit virus nog niet met 100 procent zekerheid is vastgesteld, is er voldoende reden om aan te nemen dat dit virus een rol speelt bij de klinische problematiek.
Samenwerking met dierenartsen en varkenshouders
GD doet, in samenwerking met het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV), als opdrachtgevers van de diergezondheidsmonitoring varken, vervolgonderzoek naar dit verband. Dit onderzoek verloopt in samenwerking met dierenartsen en varkenshouders.
Dierenartsen die een casus hebben gemeld bij GD zijn in juni tijdens een informatiebijeenkomst geïnformeerd over de vondst van dit virus in biggen op enkele bedrijven. De Begeleidingscommissie Monitoring is in het afgelopen halfjaar enkele keren geïnformeerd over de bevindingen en recent ook over de vondst van het virus.
Vervolgstappen
De focus van GD en de betrokken dierenartsen ligt nu op de voortzetting van onderzoek naar de causale relatie tussen de vondst van het virus en de klinische verschijnselen. In de tussentijd werkt GD aan het ontwikkelen van diagnostische tests voor gebruik in de praktijk en in vervolgonderzoek.
Parvovariant
De parvovariant die is gevonden bij de aangedane biggen lijkt genetisch het meest op een parvovirus dat in 2012 is aangetroffen in enkele monsters van ontlasting van vossen in Nederland. Het parvovirus dat nu bij de biggen is gevonden, heeft enkele mutaties ten opzichte van dat virus uit 2012. Vrijwel elk varkensbedrijf is bekend met het porcine parvovirus type 1 (PPV1), dat voor vruchtbaarheidsproblemen kan zorgen. Hier zijn ook effectieve vaccins voor beschikbaar. Het recent gevonden parvovirus staat genetisch ver af van PPV1. Om die reden is de verwachting dat vaccinatie tegen PPV1 geen kruisimmuniteit opwekt tegen de nieuwe parvovariant, maar feitelijk is dit nog onbekend.
Parvo
Vrijwel iedere diersoort kent een of meer varianten van parvovirus. In iedere diersoort heeft een parvovariant een eigen voorkeur voor een bepaald orgaansysteem met bijbehorende klinische verschijnselen. Zo leidt PPV1 bij varkens tot vruchtbaarheidsproblemen, parvovirus bij honden vaak tot diarree en parvovirus bij katten tot een onderdrukking van het immuunsysteem. Hoe de nieuwe parvovariant precies zorgt voor het klinische beeld van bolle ogen en een rode huid bij biggen is nog onbekend en onderwerp van vervolgonderzoek.
Tekst: Redactie Pig Business
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Royal GD