Vreetplaatsen en bezettingsdichtheid hebben invloed op staartletsels en prestaties biggen

De onderzoekers van Schothorst voerden drie experimenten uit in de huisvesting van gespeende biggen. In een experiment werd een bezetting met 0,55 vierkante meter per big vergeleken met een bezetting van 0,37 vierkante meter. Het andere experiment werd gekeken naar effecten van een situatie waarbij per 1,33 biggen een feeder beschikbaar was; in een hok met gedeeltelijk roostervloer. Dat werd vergeleken met een bezetting van 0,66 biggen per feeder en een volledig roostervloer. In het derde experiment werd een bezetting van 2,33 biggen per feeder vergeleken met een situatie waarbij voor elke big een afzonderlijke feeder beschikbaar was.
Effecten oppervlak
In totaal werden 576 biggen gewogen op dag 0, 14 en 35 na het spenen. De consistentie van de ontlasting werd meerdere keren per week geregistreerd. Staart- en oorletsels werden gescoord op dag 35.
In het eerste onderzoek werden biggen gehuisvest op 0,55 vierkante meter groeiden sneller gedurende het experiment en hadden een lagere voederconversie tussen dan biggen met een leefoppervlakte van 0,37 vierkante meter. Staartletsels werden niet significant beïnvloed.
Voerbakken
In het tweede experiment vertoonden biggen met een toegang tot voerbak (0,66 big per feeder en volledige roostervloer) een hogere consistentie van de ontlasting, maar minder intacte staarten op dag 35 vergeleken met de groep van 1, 33 big per feeder en gedeeltelijke roostervloer.
In het derde onderzoek zagen de onderzoekers dat in de groep biggen met 2,33 big per feeder de dieren een lagere gemiddelde dagelijkse groei, een hogere voederconversie en minder intacte staarten hadden dan de groep biggen met 1 big per feeder.
Deze resultaten suggereren volgens de onderzoekers dat zowel voerbak per big als de bezettingsdichtheid de prestaties van biggen, ontlasting en schadelijk gedrag kunnen beïnvloeden.
Tekst: Redactie Pig Business
Beeld: Natasja Beverloo
Bron: MDPI