
Zijn meer spenen wel zo gunstig? Wat data onthult over grootbrengend vermogen
Meer spenen lijkt beter, maar melkgift zegt meer over grootbrengend vermogen.

“Je kunt beter kijken naar melkgift dan naar spenen,” stelt Jos Vlemminx, Country Manager bij DanBred Nederland. Dat inzicht komt niet uit de lucht vallen. Het is gebaseerd op cijfers en signalen uit de stal. Want hoewel de zeugen van DanBred het op papier goed deden, leidde hun magere gestel en gevoeligheid tot uitval en extra werkdruk. Dat vroeg om een nieuwe genetische koers.
Vier jaar geleden werd het fokdoel aangepast: robuustheid werd het nieuwe uitgangspunt. Begin dit jaar kwam daar ook het grootbrengend vermogen bij en dat alles zonder concessies te doen aan de bekende vleesvarkenskwaliteit. Die keuzes werpen inmiddels hun vruchten af.
Wat is grootbrengend vermogen en waarom zegt het meer dan spenen?
Een zeug met een hoog grootbrengend vermogen geeft voldoende melk, houdt haar toom gezond en vraagt minder aandacht in de kraamstal. Voor varkenshouders betekent dat: minder bijsturen, minder uitval, meer rust.
Veel partijen fokken op spenen. Dat is heel makkelijk, genetisch gezien
Jos Vlemminx.
“Maar dan laat je veel liggen. Je streept dan misschien dieren weg die wel uitblinken in vleeskwaliteit, robuustheid of grootbrengend vermogen.”
Die filosofie wordt ondersteund door data: hoewel er een correlatie is tussen het aantal spenen en het grootbrengen van biggen, is dit niet het enige verband en ook niet de belangrijkste. Veel bepalender is hoeveel melk de zeug zelf produceert.
Hoe heeft DanBred zijn fokdoel aangepast en wat levert dat op?
DanBred heeft de afgelopen jaren bewust het accent verlegd: van pure productie naar robuustheid en werkgemak, terwijl de vertrouwde kwaliteit van de vleesvarkens behouden bleef. In 2022 werd die koers ingezet en in 2025 werd ook grootbrengend vermogen opgenomen in het fokdoel. Daarmee wordt ingespeeld op de behoefte aan sterkere moederdieren die minder uitval geven en bovendien makkelijker te managen zijn.
De aanpak werkt. “We hebben als doel gesteld om jaarlijks 0,6% minder uitval bij zeugen te realiseren, en 0,9% bij de biggen. En dat komt uit: bij de DanBred DLY-biggen zagen we in twee jaar tijd al een verbetering in overleving van 3%,” aldus Jos Vlemminx.
Welke rol speelt data bij het maken van genetische keuzes?
Data is de basis van Danbreds fokkerijstrategie. In plaats van te fokken op zichtbare kenmerken zoals het aantal spenen, analyseert DanBred grootschalige prestatiegegevens en genetische informatie op DNA-niveau. Daardoor kunnen eigenschappen als melkgift, robuustheid en grootbrengend vermogen veel preciezer worden voorspeld. Doordat wij deze data goed op orde hebben, weten wij eigenlijk van tevoren al wat we kunnen verwachten, die voorspellingen komen ook uit.
Een belangrijk element hierin is genomische selectie. DanBred was het eerste fokbedrijf ter wereld dat deze methode toepaste op álle fokkerijdieren en doet dit inmiddels al meer dan tien jaar. Hierbij tellen niet alleen de afkomst en prestaties mee: dankzij DNA-onderzoek met duizenden genetische markers wordt nu veel preciezer vastgesteld welke dieren geschikt zijn voor de fokkerij. Dit heeft geleid tot meer dan 30% extra genetische vooruitgang in het afgelopen decennium.
De huidige focus op zeugen is een bewuste, economische afweging.
We kijken naar wat effectief is: hoeveel kilo’s groeit een zeug, dat maakt verschil in rendement
Jos Vlemminx
Een hoger toomgewicht betekent vitalere, zwaardere biggen, meer uniforme groei en een hogere opbrengst per worp. Met de nieuwe fokdoelen boekt DanBred nu gemiddeld 3 kilo extra toomgewicht per jaar. De effecten van het grootbrengend vermogen in het fokdoel zullen eind 2025 nog duidelijker zichtbaar zijn en worden dan opnieuw transparant gedeeld.
Tekst: Marloes ten Oever