EU voorspelt stabiele ontwikkeling van varkensvleesproductie en -consumptie

Met een verwachte brutoproductie van iets minder dan 42,9 miljoen ton vlees zou dit een minimale stijging van 0,1 procent betekenen ten opzichte van het voorgaande jaar. Varkensvlees blijft qua volume de belangrijkste sector, met circa 21,2 miljoen ton, maar zal dit jaar naar verwachting licht dalen met 0,4 procent.
Toename varkensvleesproductie
Van januari tot en met april 2025 lag de varkensvleesproductie 3,2 procent hoger dan in dezelfde periode van het voorgaande jaar, dankzij hogere slachtaantallen en slachtgewichten. Deskundigen van de Europese Commissie verwachten echter een merkbare daling in de tweede helft van het jaar, met name door de daling van het aantal zeugen. In december 2024 werden in de EU ongeveer 3,1 procent minder fokzeugen geteld dan een jaar eerder.
Stabiele varkensvleesconsumptie
EU-experts verwachten een vergelijkbaar stabiel beeld wat betreft de consumptie: ze voorspellen dat de varkensvleesconsumptie per hoofd van de bevolking in 2025 hetzelfde niveau zal bereiken als het voorgaande jaar, namelijk 31,7 kilogram. Ze denken dat het lichte prijsvoordeel ten opzichte van andere vleessoorten de vraag zou kunnen ondersteunen. Rund- en lamsvlees kampen met een daling in zowel consumptie als productie.
Pluimvee daarentegen is de enige categorie die een duidelijk stijgende trend laat zien. De consumptie per hoofd van de bevolking zou met 2,0 procent kunnen stijgen tot 25,5 kilogram, ondersteund door een grotere beschikbaarheid, lage prijzen en een positief consumentenimago.
Dalende trend export
De export van varkensvlees uit de EU zal waarschijnlijk onder druk blijven staan. Ondanks een stabiele export aan het begin van het jaar, wordt voor heel 2025 een daling van 3,0 procent verwacht. De belangrijkste redenen zijn hogere prijzen in vergelijking met internationale normen, evenals onzekerheden als gevolg van antidumpingonderzoeken in China en mogelijke Amerikaanse invoerrechten.
Tekst: Redactie Pig Business
Beeld: Pixnio
Bron: Europese Commissie