Column: PBL-rapport dwingt tot veel meer keuzes

Het PBL publiceerde afgelopen week de studie 'Landbouw- en natuurverkenning, op zoek naar een nieuwe balans tussen landbouw en natuur in 2050' met twee scenario’s voor de landbouwsector. Uitgangspunt voor het PBL zijn de doelen die Nederland heeft geformuleerd voor natuur, waterkwaliteit en het klimaat. Het PBL kijkt daarbij 25 jaar vooruit, zodat het rapport gebruikt kan worden om tot 2050 keuzes te maken. De opstellers werkten twee scenario’s uit die in het maatschappelijk debat rondgaan: een intensief-technologische variant waarbij de huidige landbouwproductie ongeveer overeind blijft en een natuurinclusieve variant. Het PBL ziet deze twee scenario’s als de twee uitersten en stelt dat de politiek binnen die scenario’s speelruimte heeft om afwegingen te maken.
Twee scenario’s
In de technologische variant, dus wat minimaal nodig is om alle doelen te halen, moet er 150.000 hectare aan landbouwgrond opgeofferd worden aan natuur. Er komt dan flink meer natuur bij en er zijn brede overgangszones nodig tussen landbouw en natuur. Daarbij voorziet het PBL dat de meeste koeien op stal staan en er een flinke schaalvergroting plaatsvindt. De huidige landbouwproductie blijft daarbij ongeveer hetzelfde.
Het tweede scenario halveert de landbouwsector en de veestapel, want die gaat uit van extensieve landbouw. De omzetting van landbouwgrond naar natuur ligt een derde lager, maar ruim de helft van de huidige agrarische percelen zal gebruikt gaan worden voor natuurdoeleinden.
Natuurresultaat afwachten
Wat kunnen we nu met dit rapport? Nou, het PBL maakt heel goed inzichtelijk waartoe de doelen leiden waaraan Nederland zich heeft geconformeerd. Dat dwingt tot nadenken. Als het aan mij ligt gaat dat nadenken wat verder dan hoe het PBL dat voor zich ziet. De blik van het PBL is namelijk gericht op de doelen die we nu hebben en doet inschattingen wat daarvoor nodig is. Of er echt veel meer natuur nodig is, kan best bediscussieerd worden. Nederland heeft de afgelopen decennia via grondaankoop het Natuurnetwerk Nederland aangelegd. Die is bijna af, maar wat dat precies aan natuurkwaliteit oplevert is voor een deel nog afwachten. Ecologen en ambtenaren zeggen regelmatig tegen mij dat daarvoor tijd nodig is, dus het is wat prematuur om dan nu voor 2050 al 150.000 hectare aan extra natuur te claimen.
Ambitieuze doelen
Maar afgezien van die inschattingen houdt het PBL geen rekening met andere factoren buiten het landbouw- en natuurdomein. Neem de gewijzigde geopolitieke verhoudingen in de wereld, waardoor Europa meer voor zichzelf moet zorgen. Dat betekent meer ruimtebeslag en investeringen in defensie. Er moeten meer huizen bij komen, dus dat vraagt ook landbouwgrond. Door al die claims wordt de landbouwsector al kleiner. Daardoor tast Nederland zijn eigen economische en strategische positie als voedselproducent al aan. Dat zijn allemaal politieke afwegingen die meegenomen moeten worden. En dan kan de afweging uiteindelijk ook zijn dat de doelen die Nederland zichzelf heeft opgelegd te ambitieus zijn.
Ik begreep deze week van LTO-voorzitter Ger Koopmans dat de piketpalen in Brussel aan het verschuiven zijn. Nederland liep de afgelopen jaren voorop als het ging om de problematiek met natuurdoelen en waterkwaliteit, maar dat speelt inmiddels in veel meer Europese landen. De kans is groot dat er in die strenge doelen meer flexibiliteit gaat komen.
Uitvoerbaarheid
Daarnaast speelt er nog iets anders en dat is de praktische uitvoerbaarheid. Gelukkig ziet het PBL dit zelf ook als een risico. Het PBL ziet dat de scenario’s van ‘historische omvang’ zijn en ‘ongekend groot’. Dat vraagt nogal wat en daarvoor zijn de ‘institutionele voorwaarden bij lange na niet op orde’. Er is te weinig geld en uitvoeringscapaciteit. Daar kregen we onder het vorige kabinet al een inkijkje in toen de provincies hun plannen moesten aanleveren voor de transitie van het landelijk gebied. Er werd meer geld vanuit Den Haag verwacht en stel dat dat geld zou komen, dan was er simpelweg te weinig personeel voor handen om dat allemaal uit te voeren.
Het PBL mag dan oproepen om hier flink op in te zetten, gezien de huidige slagkracht van de Haagse en provinciale politiek zie ik daar nog geen versnelling in komen. Ook de soep van dit rapport wordt heter opgediend dan dat die wordt geconsumeerd.