Tien procent boeren wekt zelf energie op

1,2 procent wekt elektriciteit op met windmolens en 0,3 procent werkt met een biogasinstallatie. De overige alternatieve energie wordt opgewekt door andere installaties (1,4 procent), blijkt uit onderzoek van AgriDirect. 

Zonnepanelen zijn met name te vinden op bedrijven met veelteeltcombinaties (9,4 procent) en gewas-/veecombinaties (8,0 procent). Tuinbouwbedrijven maken het minste gebruik hiervan (4,0 procent). 1,2 procent van de agrarische bedrijven heeft een windmolen op het bedrijf. Deze zijn voornamelijk aanwezig op Nederlandse akkerbouwbedrijven (3,1 procent) en de bedrijven met gewas-/veecombinaties (2,8 procent).

Flevoland het 'groenst'
In de provincie Flevoland wordt er relatief gezien het meest gebruik gemaakt van alternatieve energiebronnen; 22,1 procent van de agrarische bedrijven maakt gebruik van een of meerdere bronnen om alternatieve energie op te wekken. De Flevolandse agrariërs kozen het meest voor windmolens (13,7 procent).

Dit is opvallend hoger dan in de overige provincies. Friesland volgt met 3,4 procent op een tweede positie. Zonnepanelen zijn het meest terug te vinden in de provincies Overijssel (11,9 procent), Flevoland (9,7 procent) en Friesland (9,4 procent).

Investeringsplannen
Van de Nederlandse agrariërs heeft 18,3 procent plannen om te investeren in een bron om alternatieve energie op te wekken. De grote meerderheid kiest voor zonnepanelen (17,1 procent).

De akkerbouwers hebben de meeste investeringsplannen. 28,0 procent van hen kiest voor zonnepanelen of een andere alternatieve energiebron. Op de tuinbouwbedrijven worden de minste investeringsplannen gesignaleerd (11,1 procent).