Huis- en stalvliegen verspreiden MRSA-bacteriën in varkensstallen

Er waren volgens de Weense onderzoekers steeds meer aanwijzingen dat vliegen als vector voor het verspreiden van de ziekenhuisbacterie, De bacterie Staphylococcus aureus, en in het bijzonder de methicilline-resistente variant MRSA, kunnen fungeren. De studie, gepubliceerd in Porcine Health Management, onderzocht daarom hoe vaak MRSA in huisvliegen (Musca domestica) en stalvliegen (Stomoxys calcitrans) op Oostenrijkse varkensbedrijven voorkomt, om zo de rol van vliegen in de overdracht en verspreiding van MRSA-resistentie te begrijpen.
41,7 procent MRSA
MRSA werd aangetroffen in 41,7 procent van de vierentwintig varkensbedrijven. Bij huisvliegen (53,2 procent), stalvliegen (19,1 procent), monsters van laarzenkousen (17,0 procent) en stofdoekjes (10,6 procent). De geïsoleerde MRSA-bacteriën, die het Weense onderzoeksteam aantrof, waren van de variant CC398. Deze variant bevat verschillende resistente genen, waaronder tegen het antibioticum cefoxitine. In 94 procent van de gevallen werd multiresistentie (MRD) vastgesteld en alle geïsoleerde bacteriën waren resistent tegen tetracycline.
Vliegen drager
Er kan MRSA aangetroffen worden op een vlieg of object, belangrijk voor verspreiding is of zo ook drager zijn van de bacterie. Huisvliegen (26 procent) werden vaker geassocieerd met MRSA-dragerschap dan stalvliegen (9,4 procent), wat erop wijst dat ze een belangrijke vector kunnen zijn. Omgevingsmonsters (monsters van laarzensokken en stofdoekjes) bevestigden verder de wijdverbreide stalverontreiniging.
Effectieve vliegenbestrijding nodig
Deze studie benadrukt volgens de onderzoekers de prevalentie (aanwezigheid) van MRSA op Oostenrijkse varkenshouderijen en identificeert vliegen als vectoren die bijdragen aan de verspreiding ervan. Deze bevindingen onderstrepen het belang van robuuste bioveiligheidsmaatregelen, waaronder effectieve vliegenbestrijding en strikte hygiëneprotocollen, om MRSA-risico's in landbouwomgevingen te beperken. Strategieën voor de volksgezondheid zouden zich daarnaast moeten richten op verstandig gebruik van antimicrobiële middelen en een One Health-aanpak om de verspreiding van antimicrobiële resistentie onder mens, dier en milieu tegen te gaan.
Nederland
Hoewel het onderzoek in de Oostenrijke varkenshouderij heeft plaatsgevonden, zal de uitkomst van op hoeveel vliegen de MRSA-bacterie is aangetroffen min of meer ook voor Nederland kunnen gelden. De verschillen zijn tussen beide landen zijn niet heel groot. De aanwezigheid van MRSA in Oostenrijk is iets hoger (ongeveer 5 procent) dan in Nederland (2 procent) en in de Oostenrijke varkenshouderij ligt de gemiddelde dierdagdosering van antibiotica op 8,5 DDD en in Nederland tussen de 5,9 en 6,6 DDD.
Tekst: Redactie Pig Business
Beeld: Pixnio, Jon Sullivan
Bron: Porcine Health Management
