
Geboortemanagement biggen - Geboortebegeleiding

Vlot werpproces basis voor gezonde biggen
Door genetische vooruitgang worden er meer biggen per toom geboren. Dat is een mooie ontwikkeling, maar het vraagt ook meer van het lichaam van de zeug. Werpen is een topprestatie, vergelijkbaar met topsport: alleen met de juiste begeleiding en ondersteuning kan de zeug dit succesvol doen.
Lang of moeizaam werpen veroorzaakt stress bij zowel zeug als biggen en verhoogt het risico op uitval.
Zonder goede werpbegeleiding zien we:
- meer doodgeboren biggen
 - verminderde vitaliteit bij geboorte
 - minder uniforme, zwakkere tomen
 - stress en onrust in de kraamstal
 
Een goed begeleid werpproces maakt dus écht het verschil, niet alleen voor de biggen en de zeug, maar ook voor rust en overzicht in je kraamstal.
Vier pijlers voor een vlotte geboorte
Geboortebegeleiding draait om voorbereiding, observatie en snel ingrijpen waar nodig, allemaal vóórdat de big geboren is. Hieronder vier praktische pijlers voor een succesvol verloop van het werpproces:
1. Zorg voor voldoende energie
Het werpproces vraagt veel van de zeug. Start ze het afbiggen met te weinig energie, dan kan het werpen traag verlopen. Tijdens het werpen daalt de bloedsuikerspiegel en als die te laag wordt, leidt dat tot zwakkere weeën en een hoger risico op doodgeboorte. Ook de biggen kunnen hierdoor zuurstoftekort oplopen, met als gevolg slechtere biestopname en uitval.
Voertip:
Voer twee tot vier keer per dag in kleinere porties, verspreid over de dag. Start het werpproces te lang na de laatste voerbeurt (>3,5 uur), dan stijgt de duur van het werpen aanzienlijk. Let bij meerdere voerbeurten goed op de afstelling van de dosator: kleine fouten wegen zwaarder.
Beperk zeugen niet teveel in voergift rondom werpen. Samen met je adviseur kun je het optimale niveau voor jouw zeugenstapel bepalen
Watertip:
Zorg voor een goede watergift, minstens 2,5 liter per minuut via de nippel. Overweeg een handmatige extra watergift via de trogkraan. Laat de zeug na het werpen een paar keer extra opstaan om te drinken.
2. Tijdig en bewust induceren
Door het werpproces op een geschikt moment op gang te brengen, kun je toezicht houden én beter begeleiden.
- induceer nooit vóór dag 114 na inseminatie ➝ te vroeg = zwakke biggen
 - plan het werpen bij voorkeur overdag ➝ beter zicht, snellere actie
 - gebruik enkel middelen op advies van je dierenarts
 
3. Actieve observatie tijdens het werpen
Niet elke worp verloopt vanzelf. Soms stokt het proces en is directe actie nodig om biggenlevens te redden. Grijp in bij:
- één of twee droge biggen
 - duidelijke persweeën zonder resultaat
 - geboorte-interval >60 minuten is
 
Hygiëne is essentieel: gebruik altijd lange handschoenen en desinfecteer de vulva om infecties te voorkomen.
4. Oxytocine: krachtig, maar met beleid
Oxytocine stimuleert de baarmoedercontracties, maar kan, verkeerd ingezet, juist schade veroorzaken.
- controleer altijd of er geen big vastzit voor toediening
 - gebruik alleen bij noodzaak en in overleg met je dierenarts
 - let op: overdosering ➝ risico op doodgeboorte, navelstrengscheuren en biestverlies
 
Wil je meer weten?
Goede geboortebegeleiding vraagt aandacht, kennis en timing. Door al vóór de eerste perswee actief te sturen op energie, observatie en ingrijpen waar nodig, leg je de basis voor een gezonde toom én een fittere zeug. Zo geef je elke big de beste kans op een sterke start.
Wil je meer praktische tips of heb je ondersteuning nodig? Neem dan contact met ons op. Je kunt ons bereiken door te bellen naar 088 488 29 74 of door een mail te sturen naar klantenservice@agrifirm.com .