Dierenwelzijn op scherp: formatie bepaalt koers voor boeren en beleid

„Dierenwelzijn gaat nooit de prullenbak in en dierenwelzijn is een bijzonder thema”, stelt Verriet. „Want zowel over links als over rechts weten we nooit precies op welke steun we wel of niet kunnen rekenen. Rechtse partijen hebben populistisch meegestemd met een partij als Partij voor de Dieren de afgelopen jaren in de Tweede Kamer. De PVV is daar een goed voorbeeld van: op het gebied van dierenwelzijn hebben we daar veel wispelturigheid en populisme van gehad.”
Spaak
Wat de huidige verkiezingsuitslag gaat betekenen is daardoor moeilijk in te schatten voor Verriet. „Wij blijven aan politieke partijen uitleggen wat we bedoeld hebben met het convenant dierwaardige veehouderij. Wat daarin opgeschreven staat, hoe dat tot stand is gekomen en wat het doel van de autoriteit is die daaraan is gekoppeld. Ik hoop dat we met een stabiel kabinet daarover langjarige afspraken kunnen maken. Dat het een keer klaar is met de one-issuefocus op dierenwelzijn. Boeren lopen daar namelijk spaak op. We hebben het niet alleen over welzijn, maar ook over ammoniak, CO2, circulariteit en klimaat. Op dit moment ontbreekt de integraliteit verschrikkelijk.”
De POV staat achter het convenant. De wetgeving, die op basis daarvan is opgesteld door het huidige kabinet (AMvB), is volgens Verriet spannend. „Er ligt een concepttekst voor wetgeving, het is maar de vraag wat de nieuwe Tweede Kamer daarmee gaat doen. Ik hoop dat het geen speelbal wordt van de komende tijd, dat is altijd heel gevaarlijk tijdens de formatie. Dierwaardigheid is een thema om makkelijk populistisch mee te scoren, zonder dat nagedacht wordt over de consequenties daarvan. We hopen dat de landbouwwoordvoerders op basis van het convenant met een realistische blik gaan kijken naar dierenwelzijn.”
Uitvoeringskracht
André Hoogendijk (BO Akkerbouw) denkt dat er realistischer naar zaken als dierenwelzijn wordt gekeken. „Deze verkiezingscampagne was uitvoeringskracht een thema. Daar is het de afgelopen jaren misgegaan. Dus een overheid maakt afspraken met de sector op het gebied van gewasbescherming of dierenwelzijn. Dan is die afspraak er, maar belandt zo’n afspraak onder in een dichte la. Het sentiment is nu anders: als je als overheid iets afspreekt met de sector, moet je ook iets gaan doen en dat kun je niet alleen maar terugleggen op het ministerie en hopen dat het dan maar goedkomt. De vraag is nu hoe een nieuw kabinet dat gaat inrichten: een productschap, regie-orgaan of meerdere autoriteiten. Dat maakt niet zo veel uit, maar richt iets in voor iets wat over een kabinetsperiode heen gaat duren. Daar is nu aandacht voor vanuit de politiek.”
Jan Cees Vogelaar (Stichting Stikstofclaim) geeft als voorbeeld de geslaagde afspraak om antibiotica terug te dringen in de melkveehouderij. Verriet: „Maar verschil is wel dat op dierenwelzijn enorm veel juridische druk staat door rechtszaken die NGO’s voeren. Zij vuren ook continu handhavingsverzoeken op de NVWA af. Terwijl je dit eigenlijk in een convenant publiek-privaat wil regelen, omdat de markt dit moet regelen. De Dierenbescherming is betrokken, maar het zijn andere NGO’s die beleid proberen te forceren via die handhavingsverzoeken.”
Maatschappij
Volgens Michaël Wilde (The Organic Embassy) is het cruciaal dat de Dierenbescherming erbij betrokken is. „Daardoor gaat het geen politieke speelbal worden, omdat de maatschappij al heeft gezegd dat dit een goed verhaal is. Dat moet dan genoeg zijn voor de Tweede Kamer er niet weer een heel thema van te maken als er al een convenant ligt.”
Verkiezingswinnaar D66 neemt in het partijprogramma wel een extreem standpunt in over dierenwelzijn: dierrechten verankeren in de Grondwet. Verriet: „In een formatie met GroenLinks-PvdA denk ik wel dat dit op tafel komt. Over rechts komt daar een meer realistisch debat over. In een stabiel kabinet ga ik ervanuit dat we dierenwelzijn regelen in de Wet Dieren. De Grondwet is bedoeld voor onze democratie. Ik hoop dat we daar een realistisch debat over kunnen voeren.”



