
5 feiten over Circovirus bij varkens: wat elke varkenshouder moet weten!

1. Het Circovirus is nog steeds aanwezig op onze bedrijven, ondanks jarenlange en doorgedreven vaccinatie
Zelfs na jarenlange vaccinatie is PCV2 nog steeds aanwezig op de varkensbedrijven. Vaccinatie beschermt varkens tegen de negatieve effecten van een Circovirus infectie, maar biedt geen "steriele immuniteit". Dit betekent dat het virus niet volledig uit de varkenspopulatie verdwijnt.
2. Het Circovirus is erg veranderlijk, hou de bescherming van uw varkens up-to-date
Het Circovirus ondergaat voortdurend genetische veranderingen. Hierdoor circuleren er verschillende varianten van het Circovirus, zogenaamde PCV2 genotypes, in de varkensstapel. Het PCV2a, PCV2b en PCV2d genotype zijn de meest belangrijke en PCV2d is momenteel het meest voorkomende genotype in Europese varkensbedrijven. Ook in bedrijven met klinische problemen ten gevolge van een PCV2 infectie wordt PCV2d vaak aangetroffen. 1,2,3
De beschikbare PCV2 vaccins bieden kruisbescherming tegen de verschillende PCV2 genotypes. Toch is uit wetenschappelijke studies gebleken dat een vaccin op basis van een PCV2d genotype een betere bescherming biedt tegen een PCV2d infectie dan een vaccin op basis van een PCV2a genotype.4,5
3. Het circovirus veroorzaakt het meeste schade wanneer er veel andere ziekteverwekkers circuleren
Circovirus infecties op zichzelf veroorzaken zelden ernstige ziekte. Het Circovirus richt zich specifiek op het immuunsysteem van het varken. Net wanneer dit immuunsysteem “geactiveerd” is door andere infecties, is het virus in staat om toe te slaan en de immuniteit te ondermijnen. Echte problemen treden dus vooral op wanneer varkens tegelijkertijd met andere virussen of bacteriën besmet raken. Deze co-infecties kunnen PCV2 veel gevaarlijker maken, wat kan leiden tot ernstige ziekte, slechte groei en hoge sterfte.
Door deze co-infecties te controleren, helpt u het immuunsysteem van het varken om PCV2 onder controle te houden en vermindert u het risico op klinische uitbraken.
4. Ook subklinische PCV2 infecties kunnen een aanzienlijke impact hebben op de gezondheid en productiviteit van varkens
Niet alle PCV2-problemen zijn duidelijk zichtbaar. Subklinische infecties kunnen de gemiddelde dagelijkse groei, de voerconversie en de uniformiteit ongemerkt verslechteren.
Deze verborgen verliezen kunnen oplopen, zelfs wanneer varkens gezond lijken. Regelmatige evaluatie van de productiecijfers zoals groei, voerconversie, sterfte en uniformiteit helpen om problemen op te sporen.
Heeft u het gevoel dat het op uw bedrijf niet lekker loopt? Praat er dan over met uw dierenarts. PCR-onderzoek kan uitwijzen of PCV2 circuleert.
5. Vaccinatie is zeer effectief, maar de timing is belangrijk
Vaccinatie blijft de krachtigste tool tegen PCV2. De meeste bedrijven vaccineren de biggen rond 3 à 4 weken leeftijd, maar het optimale vaccinatietijdstip kan variëren afhankelijk van de immuniteit van de zeug en de infectiedynamiek op het bedrijf.
Voor de beste resultaten:
- Vaccineer niet te vroeg: Hoge gehaltes aan PCV2 maternale antistoffen (antistoffen die de biggen via de biestmelk hebben opgenomen) hebben een negatieve invloed op de vaccinwerkzaamheid. Vaccineer biggen daarom pas wanneer het niveau van PCV2 maternale antistoffen voldoende is gedaald.
- Vaccineer niet te laat: Dieren moeten gevaccineerd worden én een beschermende immuniteit hebben opgebouwd vooraleer ze geïnfecteerd worden met het PCV2 virus. In de praktijk betekent dit dat er minstens 3 weken voor het infectietijdstip moet gevaccineerd worden.
Vraag advies aan uw dierenarts om het optimale vaccinatietijdstip voor uw bedrijf te bepalen en laat regelmatig controleren of de timing van de vaccinatie nog steeds aangepast is aan de actuele situatie voor uw bedrijf.
Bronnen
- Sibila et al. (2021). Pathogens 10, 1016.
- Bonckaert et al. (2019). Proceedings of the 11h ESPHM conference, Utrecht.
- De Jonghe et al. (2025). Proceedings of the 16h ESPHM conference, Bern.
- Fano et al. Proceedings AASV Annual Meeting, 2022.
- Kroeger et al. Proceedings AASV Annual Meeting, 2025.