Column: Landbouwvisie

GroenLinks-PvdA, CDA, VVD en D66 hebben een landbouwvisie bij de formateur neergelegd. Men is positief over de landbouw in Nederland en de kansen voor de boer. We moeten de tegenstellingen niet opzoeken maar gaan voor integrale oplossingen. Dat vraagt wel om keuzes maken en dan zijn er naast winnaars ook verliezers. Daarbij moeten doorbraken worden geforceerd en er is weinig ruimte voor de verliezers om zich aan te passen of zich uit te faseren. Wat in decennia is opgebouwd, mag in enkele jaren worden afgebroken, want de urgentie is hoog.

Voor de varkenshouderij is het model van vergroening absoluut positief

Voor de varkenshouderij is het model van vergroening absoluut positief. Het varken is een kringloopdier en eet voer wat over is uit humane consumptie en de bio-energiesector. Bovendien gebruikt een varken relatief weinig grond en is de mest prima te verwerken tot biogas en Renure. Varkenshouders gebruiken geen kunstmest en pesticiden. Inmiddels ligt er een concept-convenant dierwaardige varkenshouderij dus zolang je er akkoord mee bent dat we varkens houden om op te eten, is dat punt ook getackeld. Het enige punt van aandacht is de voergrondstoffen van buiten Europa. Men wil regionaal en dat is soja bijvoorbeeld niet. Dat is op te lossen, zeker omdat men gentech niet meer ziet als vergif. Wel raar dat stimuleren van Europese soja dan weer wordt gezien als een stimulans voor ontbossing buiten Europa.

Dus deze werkgroep pleit (onbedoeld?) voor intensieve veehouderij. De problemen die zij schetsen met het milieu in Nederland zijn vooral gerelateerd aan plantaardige teelten. Daarmee raken ze wel de rundveehouderij. Ook de rundveehouderij zou die uitdaging kunnen aangaan met slimme technieken maar door het aantal koeien per hectare te beperken, snijdt men de koeienboeren de pas af.

De koppeling van het aantal koeien aan de hoeveelheid grond die een boer bezit is op niets gebaseerd, evenals de wens om meer biologische landbouw te hebben. Een laatste belemmering voor de voedselvoorziening is de wens om meer bio-based bouwmaterialen te telen. Op die grond groeit geen eten.

Dus deze werkgroep pleit (onbedoeld?) voor intensieve veehouderij

Mocht je denken dat er dan onvoldoende ruimte is voor boeren dan heb je gelijk, maar ook daar is een oplossing voor: de opkoop van boeren gaat door. Gelukkig hebben we daar genoeg geld voor want de oorlog in Oekraïne is bijna voorbij, ons onderwijs is top en iedereen kan beschikken over de zorg die hij nodig heeft.

De hierboven geschetste uitdagingen komen er natuurlijk niet vanzelf. Nederland is een kennisland en een land van kantoorpikkies. De staat gaat mensen in dienst nemen die met hun fantastische kennis de boeren helpen met hun nieuwe verdienmodel. Die adviseurs hebben geen winstoogmerk dus dat is goed. Mensen die geld willen verdienen zijn namelijk alleen maar graaiers en het is logisch dat een partij als VVD zich achter deze mening schaart. Met het leveren van kennis houdt de regie van de overheid niet op. Geheel volgens Chinees model gaat de overheid grond kopen en bepalen wat daarmee moet gebeuren: natuur, landbouw, woningbouw of snelwegen.

Maar, de landbouw moet niet alleen veranderen. Landbouw is namelijk productie van voedsel en als de vraag verandert, verandert het aanbod ook. De overheid gaat het goede voorbeeld geven en alleen nog maar mooie, lokale producten kopen. In de winter dus boerenkool met worst in de kantine en ’s zomers lekkere aardbeien met slagroom. Gelukkig worden vlees, melk en eieren jaarrond geproduceerd in Nederland.

De verstikkende Europese aanbestedingsregels laten we los (ja, het kan wel!). Het gepeupel kan natuurlijk niet achterblijven dus worden kinderen met gezonde schoollunches geleerd meer planten te eten. Supermarkten krijgen de opdracht meer gezond eten en drinken in de schappen te leggen. Daarbij kunnen ze ruimte creëren door vleesvervangers te weren, want sterk bewerkt voedsel past niet in een gezond dieet, volgens de opstellers van de visie.

Hoewel Nederland een land wordt van adviseurs en consultants zal er toch gewerkt moeten worden

Hoewel Nederland een land wordt van adviseurs en consultants zal er toch gewerkt moeten worden. Men gaat dus gemeenschapslandbouw promoten, zodat de kantoorpikkies na hun 9 tot 5 baantje ook nog even de handen uit de mouwen kunnen steken. Gezellig met het hele dorp het voedselbos in om te snoeien, schoffelen, plukken en rapen. De opbrengst wordt eerlijk verdeeld in de dorpskroeg onder het genot van een lekker bakje koffie of thee….. Oh nee, dat gaat niet, want dat zijn geen regionale producten. Een glaasje water uit onze o zo schone bodem is ook lekker.

De positieve handelsbalans van de Nederlandse landbouw wordt kleiner door de kleiner wordende export. Dat is geen probleem want we gaan ook minder importeren. Door lokale productie en aanpassing van ons consumptiepatroon zijn we veel minder afhankelijk van het buitenland. Voor de blijvende boeren zijn er nieuwe verdienmodellen en liggen er bakken subsidie klaar voor groene diensten. Ik zie de gesubsidieerde boertjes in blauwe kieltjes helemaal voor me, zoals in het China van Mao.

Stoppende boeren kunnen consultant worden in dienst van de overheid. Vroeger hadden we DLV maar die is geprivatiseerd. Nu noemen we het VVD (Voedselvoorziening voor Dummies).