Afkomst en benutting energie uit voer van invloed op intacte krulstaart

Ook energie speelt een belangrijke rol wat betreft intacte krulstaarten. Daarbij gaat het niet alleen om de EW-waarde van het voer, maar ook waar die energie vandaan komt en de benutting van deze energie door het varken. Zo dient de energiewaarde van het voer aan te sluiten op de behoefte van het varken. Energie is nodig voor onderhoud, groei en de ontwikkeling van spek- en spiermassa. Om dit nauwkeurig te sturen, is het zaak te werken et specifieke energiewaarden. Dat stellen de varkensspecialisten van ABZ-Diervoeding.
Minder benutbare energie
Omdat het verteringsstelsel bij biggen nog niet volledig is ontwikkeld, halen zij uit een voer met 1,10 (standaard) EW minder benutbare energie dan oudere varkens. ABZ Diervoeding zegt dit te corrigeren met E-Big. Via deze weg weet de varkenshouder zeker dat biggen daadwerkelijk 1,10 EW aan energie kunnen opnemen voor hun groei en onderhoud. In de praktijk betekent dit: voer op basis van beter verteerbare grondstoffen. Bij vleesvarkens werkt de mengvoedercoöperatie met E-vlvrk (start- en groeifase) en in de eindfase met E-finisher. Daarmee sluit ook daar de energiebenutting perfect aan op de leeftijd en verteringscapaciteit van het varken.
Energieniveau
Een hoog energieniveau zorgt ervoor dat biggen en vleesvarkens met relatief weinig voer toch voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen. Tegelijk moet er ruimte blijven voor vezels, omdat vezels zorgen voor een gezond microbioom en daarmee het risico op onrust en bijterij verlagen. Via deze weg kan zowel de energieopname als de darmgezondheid worden geborgd. Hierdoor blijven varkens rustiger en zitten ze goed in hun vel. Dit is een groot voordeel met het oog op intacte staarten.
Vreetplaatsen
Wat ook een rol speelt voor het behoud van intacte staarten, is het aantal vreetplaatsen. Wanneer er te veel concurrentie is aan de voerbak, kan dit stress veroorzaken. En stress is een bekende trigger voor staartbijten. Bij een hoge bakbezetting kunnen hooggeconcentreerde voeders helpen: dieren hebben minder voer nodig om toch hun dagelijkse energie binnen te krijgen. Dit is te realiseren door in de voersamenstelling verschillende hoogwaardige energiebronnen te combineren.
Warmteproductie
Bij de vertering van voer komt warmte vrij. Varkens die veel vreten en hard groeien produceren zoveel warmte dat ze die wel voldoende kwijt moeten kunnen. Lukt dat niet, dan ontstaat een gevoel van ongemak en daarmee een risicofactor voor bijtgedrag. Volgens de varkensspecialisten van ABZ Diervoeding is daarbij voldoende ventilatie belangrijk. Echter vooral bij speenbiggen zijn de mogelijkheden beperkt. Dit vanwege de tochtgevoeligheid. Ook de hokinrichting speelt een rol. Betonnen vloeren voeren warmte beter af, kunststofvloeren juist minder.
Voersamenstelling
Via voersamenstelling kan de varkenshouder sturen op de interne warmteproductie. Varkens kunnen hun energie halen uit onder andere vezels, zetmeel, suikers en vetten. Bij de omzetting naar energie komt warmte vrij. Fermenteerbare vezels, zetmeel en ook hoog eiwit zorgen voor relatief veel warmteproductie. Vetten daarentegen vormen een mooie energiebron die minder warmteproductie geeft.
Voor een big is het van belang dat het vet goed verteerd kan worden. Zo is sojaolie vanwege zijn onverzadigde vetzuren makkelijker verteerbaar dan palmolie met meer verzadigde vetzuren. Ook hebben sommige vetten, zoals zalmolie, ontstekingsremmende eigenschappen.

Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief
Bron: ABZ Diervoeding
