Varkens in het Noorderlicht - Wout Mutsaers
Column: ‘Nederland kan echt iets leren van Noorwegen’

Meer dan 40 jaar heb ik gewerkt met varkens en varkensvoer en de laatste 12 jaar ben ik actief in Noorwegen. Ik heb varkenskennis en ervaring overgebracht vanuit Nederland naar Noorwegen, maar misschien kan ik de varkenshouderij in Nederland ook iets meegeven over de soms unieke en verrassende manier hoe de Noren varkens houden. Nederland kan echt iets leren van Noorwegen.
Ik schrijf de groei per dag per big niet op, want dat gelooft toch niemand in Nederland
De varkenshouderij in Noorwegen zit geconcentreerd in rond de steden Hamar, Trondheim en Stavanger elk zo’n 500 tot 600 kilometer uit elkaar. Ze willen geen grote bedrijven. 100 tot 150 zeugen is hier daarom de standaard. Daar kan een gezin goed van leven met een biggenprijs van stabiel 125 euro en geen mest- of milieukosten. Groei in de vrijloopkraamstal is 4 tot 4,5 kilogram toomgroei per dag. De biggen worden pas op 32 dagen gespeend en zijn dan standaard 32 dagen later 32 kilogram tot 36 kilogram. Ik schrijf de groei per dag per big niet op, want dat gelooft toch niemand in Nederland. De vleesvarkens groeien gemiddeld hier vanaf 30 kilo zo’n 1,1 tot 1,25 kilo per dag. En dat met dezelfde Topigs Norsvin genetica, dezelfde gerst en soja als in Nederland?
De Noorse varkenshouder is zelfs rigoureus te noemen
De Noorse varkens zijn en blijven kerngezond. Hygiëne staat in dit land echt hoog in het vaandel. Een Noor die ziet dat wij een bierglas in koud water omspoelen, durft bijna niet meer uit dat ‘vieze’ glas te drinken, tenzij hij verdoofd was na het eerste glas. Als de Noor al zo stellig is over zijn bierglas, dan is het niet verwonderlijk dat een Noorse varkenshouder strikte hygiënische maatregelen op zijn bedrijf naleeft. Hij is zelfs rigoureus te noemen: ‘All-inn all-out’ is standaard en er is een grote leeftijdsscheiding op de bedrijven. Vele zeugenbedrijven werken met een 7-weken-systeem, dus grote leeftijdsscheiding en bij vleesvarkens maximaal twee leeftijden op het bedrijf. Ze enten wel tegen E-coli, parvo/vlekziekte in de opfok, maar dan heb je het wel gehad.
Er werken zeer veel dames in de kraamstal. Dat valt op. Wanneer een ‘tractor-man met koptelefoon’ vervangen wordt door een jonge dame uit een Oost-Europees of Aziatisch land zakt de sterfte in de kraamstal met 20 procent en 5 tot 10 procent uitval in de vrijloopkraamhokken wordt dan ineens heel normaal.
Altijd ligt er in Noorwegen zaagsel of stro op de dichte vloer. Je zou het moeten ervaren, zo’n Noorse strostal met dichte vloer. De stal en ook de mest stinken ‘niet’ in vergelijking met Nederland. Vervolgens gewoon bovengronds uitrijden met de ketsplaat. Ammoniakuitstoot of -depositie en luchtwassers, die woorden kennen we in Noorwegen niet.
Bedrijven zijn in vergelijking met Nederland klein, maar tenminste 75 procent van de bedrijven heeft wel brijvoer. Ik heb benzoëzuur, dat de groei van gisten en schimmels remt, vanuit Nederland meegenomen en benzoëzuur is hier nu de standaard. De Noor wil namelijk graag zekerheid en met benzoëzuur voorkomt hij gegarandeerd dat zijn voer gaat gisten.
Eigenlijk ken ik sinds ik in Noorwegen woon en werk het woord PIA niet meer
In mijn leven heb ik van alles in het voer gebruikt, maar de varkens in Noorwegen reageren erg goed op gerst. Natuurlijk is dit geschoonde gerst, want hoe kun je anders gerst opslaan en ventileren. Topigs Norsvin heeft een varken gefokt met een ongekende voeropname capaciteit en 2,8 kilo gemiddeld per dag bij de vleesvarkens is geen uitzondering. Die varkens doen het dus erg goed op gerst. Dit jaar is mijn voeradvies aan de Noorse varkenshouders een minimum aandeel gerst van 66 procent en volgend jaar wordt dit vermoedelijk 67 procent. De gerst geeft een zeer grote hoeveelheid goed fijn zetmeel en - zeker niet onbelangrijk - een zeer grote hoeveelheid vezels voor in de darmen. Daar groeien massa’s bacteriën op en de balans van bacteriën ofwel het microbioom blijft stabiel. Eigenlijk ken ik sinds ik in Noorwegen woon en werk het woord PIA niet meer door met name de goede darmflora bij varkens. De vezels zijn overigens ook weer een grote bron van organisch materiaal in de mest. We hebben laatst een paar monsters mest vergeleken met mest in Nederland: hier zo’n 15 procent gewichtsdeeltjes groter dan 1 mm en in Nederland is dit net 1 procent.

Groeten vanuit de ‘Norske grisegård’
Is het allemaal halleluja in Noorwegen? Voor de varkens in veel gevallen wel, maar voor de mens? Nee, niet altijd. Een pilsje kost dik 10 euro en we hebben nu min 15 graden buiten. Constant de kachel flink opstoken, maar wel een gegarandeerde witte Kerst. Heerlijk, laat de winter maar komen. Vanuit de ‘Norske grisegård’ wens ik iedereen een fijn Kerstmis toe en een heel goed Nieuwjaar. We zien elkaar in 2026 want ik zal regelmatig een column publiceren over de Noorse varkenshouderij, gezien vanuit Nederlands perspectief.
Tekst: Wout Mutsaers
Beeld: Pexels
