Verrekening tekort en verder dalende volumes belangrijkste oorzaak
Destructietarieven Rendac stijgen bij dalende kosten

Het grillige verloop van de opbrengsten uit eindproducten was de belangrijkste reden voor grote schommelingen in de tarieven in de afgelopen jaren. Na een correctie vorig jaar van de lage tarieven in de jaren 2023 en 2024 stijgen de tarieven nu opnieuw. Nu zijn daar de verrekening van het tekort over 2024 en de dalende aanvoer de belangrijkste oorzaken van, verklaart Rendac. Door de verder dalende volumes dalen de kosten weliswaar in absolute zin, maar per saldo stijgen de kosten per dier met 20 procent.
Verwachte daling aanvoer
Ook de tarieven per stop worden beïnvloed door de verwachte verdere daling van aanvoer en aantal stops. Dat is terug te zien in de stoptarieven. Die stijgen om deze reden ook met 8,7 procent voor een reguliere stop en met 10,1 procent voor een geplande stop.
De tarieven voor het ophalen, verwerken en vernietigen van kadavers bestaan uit twee componenten: het ‘tarief per dier’ en het ‘tarief per stop’. Het ‘tarief per dier’ is opgebouwd uit drie onderdelen: de verwerkingskosten, de (verkoop)opbrengsten van eindproducten en de verrekening van de nacalculatie. Dit tarief stijgt in 2026 hoofdzakelijk door de combinatie van dalende volumes en de verrekening van het tekort dat over het jaar 2024 is ontstaan. Dit tekort beïnvloedt het tarief per dier sterk negatief en veroorzaakt in zijn geheel de stijging.
Aanvoerdaling van 8 procent
De absolute verwerkingskosten blijven ondanks de algemene kostenstijgingen als gevolg van onder andere inflatie, CAO stijgingen en energiebelastingen op eenzelfde niveau als voorgaand jaar. Echter bij een voorziene aanvoerdaling van 8 procent is het effect van al deze ontwikkelingen op de gemiddelde verwerkingskosten uitgedrukt per ton 20 procent. De verwerkingskosten komen volledig tot uiting in de kosten per dier.
De opbrengsten komen uit de verkoop van de eindproducten diermeel, dierlijk vet en huiden. Diermeel en dierlijk vet worden gebruikt als duurzame energiebron. De opbrengsten worden mede beïnvloed door ontwikkelingen van energieprijzen en kennen veel schommelingen. Daardoor schommelen ook de opbrengsten jaarlijks. Voor 2026 wordt bij een gelijkmatige afzet van diermeel bij eindgebruikers uitgegaan van een iets hogere opbrengst. Datzelfde geldt voor de opbrengst van dierlijk vet.
Enige partij
Rendac is door het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) als enige partij aangewezen om in heel Nederland kadavers van landbouwhuisdieren volgens strikte veiligheidseisen op te halen en te verwerken.
De destructietarieven die Rendac in rekening brengt, worden jaarlijks vastgesteld door de minister van LVVN. Dat gebeurt nadat bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden met sectorvertegenwoordigers en nadat een onafhankelijke accountant en de Accountantsdienst Rijk (ADR) de nacalculatie van Rendac hebben gecontroleerd. Volgens de daarvoor geldende procedure heeft de demissionair minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur de destructietarieven voor 2026 goedgekeurd.

Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Rendac



