Lagere ethaanemissies door minder varkens

De onderzoekers stellen dat tussen 1990 en 2000 de emissie van methaan vanuit de landbouw (exclusief warmtekrachtkoppelingen) is afgenomen. De emissie bedroeg in 2013 9,5 megaton CO2-equivalenten, net als in 2000. Naar verwachting zal de emissie tot 2020 iets afnemen tot 9,1 megaton.
Volgens de onderzoekers dalen de methaanemissies doordat het aantal varkens daalt. Verder verwacht het ECN en PBL dat de omvang van mestvergisting blijft op het huidige niveau van circa 2 procent van de stalmest. Doordat deze stalmest korter in de opslag ligt, worden daarmee methaanemissies vermeden.
Na 2020 meer mestvergisting
Beide organisaties verwachten dat na 2020 met het huidige beleid de emissie van methaan tot circa 8,7 megaton daalt in 2030. Dit komt door een verdere toename van co-vergisting tot circa 14 procent van de stalmest in 2030. De toename in mestvergisting komt volgens de onderzoekers vooral als er extra stimulering is van hernieuwbare energie (SDE+ regeling).
Bij het huidige beleid is de stimulering van hernieuwbare energie via co-vergisting van mest wat minder groot (circa 10 procent van de stalmest). Dit leidt tot een wat kleinere daling van de methaanemissie tot 8,8 megaton in 2030.
De landbouwsector stoot met van alle sectoren voorsprong de meeste methaangas uit.
Tekst: Ruben van Boekel