Veehouders bouwden vooral duurzame stallen
Afgelopen jaren hebben veehouders vooral integraal duurzame stallen gebouwd, die beter zijn voor het welzijn van de dieren, beter zijn voor het milieu en passen in de omgeving.
„Daarom herkennen we ons niet in het beeld en zeker niet in de term megastal. Wat een megastal is, is arbitrair en vooral bewust gekozen negatieve beeldvorming over de veehouderij”, zegt LTO bestuurder Siem Jan Schenk in een reactie op de website van LTO Nederland.
Geldt voor melkveehouderij
Milieudefensie bracht naar buiten dat het aantal megastallen in bijna 10 jaar verdrievoudigd is. „Een bericht met weinig context midden in de campagne voor Provinciale Staten, doet het goed. Maar wie goed naar alle cijfers kijkt, ziet dat de verdrievoudiging voor de melkveehouderij opgaat”, zegt Schenk.
„En dat is goed te verklaren. Veel melkveestallen waren toe aan vernieuwing en de opvolger staat klaar. Dan bouw je duurzaam en voor de toekomst een wat grotere stal.”
Cijfers en context
Het aantal zogenoemde megastallen (meer dan 250 koeien) steeg van 107 in 2005 naar 321 in 2014. „Ik zal het cijfer niet ontkennen, maar op ruim 17.000 melkveebedrijven in Nederland is 321 geen groot aantal. Het gemiddelde melkveebedrijf heeft momenteel om en nabij 95 koeien. Dat is een modern en gezond familiebedrijf. Dat noem ik niet mega.”
Om de cijfers van Milieudefensie verder te nuanceren: het aantal megastallen in de vleesvarkenshouderij steeg van 12 naar 32 op een totaal van 6.000 bedrijven, voor pluimvee geldt zelfs een daling van 71 naar 64 megastallen op een totaal van 2.000 bedrijven. Volgens de cijfers van Milieudefensie telt Nederland nu 803 megastallen op een totaal van ruim 30.000 veehouderijbedrijven in Nederland.
Botsing van visies
De megastallendiscussie is discussie over essentiële waarden tussen groepen in de samenleving die het bedrijfsmatig houden van dieren volstrekt legitiem vindt versus de groep met een nostalgische hang naar vroeger en kiest voor kleinschaligheid.
„Wat ons betreft is er ruimte voor alle type bedrijven, groot of klein. En dat zien we ook in de praktijk. Maar laat een veehouder ondernemen en kiezen voor het bedrijf dat bij hem, bij zijn omgeving en zijn markt past”, aldus Schenk.
„Daarom is het zo jammer dat Milieudefensie geen context geeft en nalaat te benoemen dat nieuwe, grotere stallen, beter zijn voor de veehouder in kwestie, zijn dieren en zijn omgeving. Doembeelden communiceren is onrecht doen aan de praktijk van de Nederlandse veehouderij.”
