Tegen PRRS enten in eerste levensweek

Dit advies gaf mw. Anke Verhaegen van Zoetis op een gezamenlijk met Denkavit georganiseerd symposium in Stroe over ‘Stressvrij spenen’ van biggen. Zij presenteerde daar onder andere resultaten van een onderzoek bij vermeerderaars naar het voorkomen van PRRS bij jonge biggen. Daaruit blijkt dat bij het spenen (leeftijd 4weken) circa éénderde van de biggen al besmet is met het PRRS-virus. Na de opfok loopt dit op tot meer dan driekwart van de biggen. Bij gesloten bedrijven ligt dit hoger dan bij bedrijven die niet zelf afmesten. Vanuit de vleesvarkensstal heerst een hoge besmettingsdruk van het virus. De resultaten sluiten aan bij eerder onderzoek in België en twee kleinere onderzoeken onder varkenshouders in Nederland.

In het onderzoek bleek ook dat de aanwezigheid van het virus niet direct tot klinische verschijnselen leidt. Circa de helft van de varkenshouders, waarvan de biggen besmet waren, zag geen ziekteverschijnselen. Daarnaast bleek dat weinig verschil in aanwezigheid van het virus bestond tussen bedrijven die wel en die niet enten tegen het virus.

Het PRRS (Porcine Reproductive Respiratory Syndrome) tast het immuunsysteem van dieren aan, waardoor bij verminderde weerstand andere ziekten of infecties een kans krijgen.

Stress leidt tot een lagere weerstand, het spenen van de biggen leidt tot (langdurige) stress door alle veranderingen in deze periode. Zo verandert na het spenen het rantsoen van de biggen sterk, in plaats van een groot deel moedermelk moet het spijsverteringssysteem overschakelen op voedsel van meer plantaardige oorsprong. Door het niet meer krijgen van moedermelk valt ook de zogenaamde lactogene weerstand weg, stoffen in de melk die weerstand geven tegen ziektekiemen. Ook het huisvesten in andere, grotere groepen tijdens de opfok leidt tot stress in combinatie met een hogere besmettingsdruk.

Naast diverse managementmaatregelen zoals voldoende bijvoeren tijdens de zoogperiode, geleidelijke overgangen in het rantsoen en klimaat, kan vroeger enten tegen PRRS de biggen meer weerstand geven. De weerstandopbouw duurt enkele weken, waardoor bij enten in de eerste levensweek, de weerstand op orde is bij en na het spenen. Verhaegen ziet de extra enting in de eerste levensweek wel als een extra stressfactor in een periode waar de big al meerder behandelingen ondergaat. “Het terugleggen in de bekende toom, bij de moederzeug zal deze stress sneller doen verdwijnen dan na het spenen.”