Nog nooit zo weinig Nederlanders besmet met salmonella

Sinds het begin van deze eeuw (2000) is het aantal salmonellabesmettingen gehalveerd en vorig jaar werd het laagste niveau ooit bereikt. RIVM stelt dat dit te danken is aan de bestrijdingsprogramma’s in de veehouderij en het steeds hygiënischer werken in het voedselproductieproces.

In 2018 waren er naar schatting 26.545 patiënten met buikgriep door salmonella-infecties in de bevolking. Daarmee heeft Nederland een van de laagste incidenties van Europa. Voor salmonella-infecties wordt geschat dat (naast reizen, milieucontact en mens-op-mensoverdracht) ongeveer 80 procent door voedsel komt; bij campylobacterinfecties wordt ongeveer een derde veroorzaakt door voedsel.

Hoewel het de laatste 6 jaar niet meer de dominante bron is, waren eieren de afgelopen 20 jaar meestal de belangrijkste bron van salmonellose. De bijdrage van tafeleieren aan salmonella is nu nog maar een kwart van die aan het begin van deze eeuw.

Voor eieren geldt vanaf 2009 dat, indien afkomstig van s. enteritidis/s. typhimurium-positieve koppels, deze niet meer op de markt gebracht mogen worden als tafeleieren voor directe humane consumptie. Zij zijn alleen geschikt voor de eiverwerkende industrie. In de afgelopen 35 jaar was het aandeel aan eieren gerelateerde infecties, met 18 procent, nog nooit zo laag.

Het aandeel van varkens is nu het hoogst en was in 2018, 34 procent. Slechts 3 procent van de besmettingen was afkomstig van rund en 7 procent van kip. Afhankelijk van het serotype wordt minstens 15 procent van alle salmonella-infecties in het buitenland opgelopen.

Ook steken nieuwe dreigingen de kop op, constateert RIVM. Zo liepen vorige eeuw jaarlijks circa 35 patiënten salmonella op door het houden van reptielen. Dit is in deze eeuw opgelopen tot ruim 100.

Om besmetting met salmonella te voorkomen dienen mensen de keukenhygiëne goed in acht te houden en vlees en eieren goed te verhitten. Lees hier tips van het Voedingscentrum

Lees hier het hele RIVM-rapport