Ruim 150 vliegtuigladingen fokvarkens voor China

China is de invoer van fokvarkens aan het opschroeven om de varkensstapel en de vleesproductie weer snel op niveau te krijgen. Het land verloor na de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest, die sinds augustus 2018 het land heeft geteisterd, tientallen miljoenen varkens en de zeugenpopulatie name met maar liefst 60 procent af.

Door de stijgende prijzen voor varkensvlees en het streven van de overheid om de varkensstapel te herbouwen, kopen Chinese varkensbedrijven massaal nieuwe fokzeugen aan. „Het is net als na de Tweede Wereldoorlog. De Chinezen verloren de helft van de varkensstapel en moesten snel herbevolken om de varkensvleesproductie weer op peil te krijgen”, zegt Marie Pushparajalingam, de wereldwijde adviseur van het Franse varkensfokbedrijf Axiom, tegen het Britse webstie The Pigsite.

Verhoogde productiviteit en betere vleeskwaliteit

Uiteraard wil China via eigen opfok de varkenshouderij weer op peil brengen, maar veel liever importeert het land hoogwaardige fokvarkens uit het buitenland om te profiteren van eigenschappen zoals een verhoogde productiviteit en een betere vleeskwaliteit. Een topfokzeug kan een worp van maar liefst 16 biggen krijgen. Dat is aanzienlijk hoger dan de gemiddelde Chinese zeug.

Axiom stuurde twee 777 charters naar China in januari, gevolgd door twee 747's vorige maand, in totaal ongeveer 3.400 varkens. Het heeft overeenkomsten ondertekend voor nog eens zes vliegtuigladingen later in het jaar en het bedrijf verwacht dat er nog meer fokvarkens zal verkopen.

De invoer uit Frankrijk alleen al lijkt dit jaar de 11.000 varkens te overtreffen, die China in 2017 uit alle landen importeerde, een jaar nadat de varkensvleesprijzen een recordhoogte bereikten. Al met al heeft China meer dan 150 vliegtuigladingen gefokte varkens nodig om zijn zeugenstapel aan te vullen.

Fokzeugen voor 20 miljoen varkens

Nog eens 500 varkens, die door het Nederlandse Topigs Norsvin worden gefokt, kwamen vorige week uit Frankrijk in zuidwestelijk Guizhou aan voor China's Dekang Group. Dit bedrijf gaat de fokvarkens gebruiken voor hun kernfokbedrijf om uiteindelijk weer 20 miljoen varkens te kunnen produceren en slachten.

China slacht normaliter ongeveer 700 miljoen varkens per jaar om meer dan 50 miljoen ton varkensvlees te produceren - ongeveer de helft van de wereldwijde consumptie. Maar de uitbraak van de ziekte heeft de productie van varkensvlees in 2019 met 21 procent verminderd, waardoor de prijzen zijn gestegen en de productie dit jaar weer zal dalen. Varkens in China kosten momenteel ongeveer 35 yuan (4,58 euro) per kilogram slachtgewicht.

260 euro subsidie

Door de druk om de overheidsdoelstellingen voor de productie van varkensvlees te halen, bieden sommige provincies invoersubsidies van ongeveer 2.000 yuan (260 euro) per varken aan. Veel varkenshouderijen worden namelijk nog steeds geconfronteerd met een ernstig tekort aan fokzeugen en houden zelfs zeugen, die normaal gesproken bestemd zijn voor de slacht, om te gebruiken in fokkerijen. Deze oudere zeugen hebben echter kleinere worpen dan jongere zeugen of fokgelten. De ingevlogen hoogproductieve dieren uit Europa zijn daarom bijna letterlijk een geschenk uit de hemel.

Strikte quarantaineprocedures

De sterke stijging van de vraag naar fokdieren is een zegen voor de wereldwijde fokbedrijven. De Chinese douane heeft aangekondigd dat het meer landen zal toestaan om levende varkens te verschepen, en werkt ook aan het hervatten van de export vanuit de Verenigde Staten, die niet in staat is geweest om te exporteren naar China vanwege de recente handelsspanningen. Toch zullen quarantaineprocedures voor de invoer van varkens en belemmeringen in verband met de uitbraak van het coronavirus de totale importaantallen van fokvarkens beperken.

Vóór de export moeten de varkens een maand lang een gezondheidscontrole ondergaan en nog eens 30 dagen in quarantaine blijven onder toezicht van een officiële Chinese dierenarts. Bij aankomst brengen de varkens nog eens 45 dagen door in een quarantainestation om er zeker van te zijn dat ze ziektevrij zijn. De coronapandemie heeft de transporten echter nog ingewikkelder gemaakt. Door de sterke vermindering van het aantal vrachtvliegtuigen dat tussen Europa en China vliegt, worden de kosten opgevoerd en China staat niet toe dat buitenlandse vliegtuigbemanningen van boord gaan.