Zeeuwse varkenshouder mag bedrijf weer opstarten

Binnenkort mag de varkenshouder weer vleesvarkens, zeugen en gespeende biggen houden op zijn bedrijf. Negen bezwaarmakers zagen dat liever anders, maar de commissie stelt hen in het ongelijk, schrijft de Provinciale Zeeuwse Courant.

Verschillende omwonenden en de Zeeuwse Milieufederatie zijn van mening dat burgemeester en wethouders afgelopen juli onterecht een vergunning hebben verleend aan de eigenaar van de varkenshouderij.

Volgens hen druist het collegebesluit in tegen het provinciale beleid, waarin staat dat een nieuwe vestiging of omschakeling naar intensieve veehouderij niet is toegestaan. Daarnaast vrezen diverse bezwaarmakers voor stankoverlast, geluidshinder en een hogere uitstoot van fijnstof.

Onjuist

Beide redenaties zijn onjuist, oordeelt de bezwarencommissie die zich over de kwestie heeft gebogen. Van de negen bezwaren zijn er zeven van tafel geveegd omdat de indieners geen belanghebbenden zijn.

De twee overgebleven bezwaarschriften weerlegt de commissie met diverse argumenten, zoals het onderzoek van de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland. Daaruit blijkt dat de varkenshouderij binnen de gestelde milieunormen blijft.

De eigenaar wil er nu maximaal 2000 mestvarkens, 750 zeugen en 3750 gespeende biggen houden. Ook moet er een bassin komen voor de opslag van 2000 kubieke meter mest.