DLV Advies: ‘Gemengd bedrijf kan nog jaren mee’

Een belangrijke aanwijzing dat het aantal gemengde bedrijven met varkens zal verminderen, is de stoppersregeling. Naar verwachting van DLV Advies zitten daar veel bedrijven bij met een kleine varkenstak. Bovendien zijn de meeste te kleine gemengde bedrijven een laatste-generatiebedrijf.
In 2016 waren er nog 4.508 bedrijven met varkens waarvan 3.227 gespecialiseerde bedrijven. Daarmee is 72 procent van de bedrijven met varkens gespecialiseerd. Daar ligt overigens wel 93 procent van het aantal varkens.
Te hoge investeringen
Ondanks zijn positieve houding tegenover het huidige gemengde bedrijf, verwacht Paul Bens dat in veel gevallen de stal van een kleine varkenstak niet door nieuwbouw vervangen gaat worden. „Daarvoor zijn de investeringen en de andere kosten per eenheid te hoog.”
Gemengde bedrijven met een varkenstak kunnen echter nog jaren verder. Maar bij de volgende grote investeringsverplichting zal volgens DLV Advies bij velen het doek vallen. Bijvoorbeeld rond 2024 als alle asbest vervangen moet zijn of door provinciale aanscherping van emissiebeperking van Noord-Brabant.
Aansluiten bij concepten
Bens schrijft bedrijven met een kleine varkenstak niet af. „Ze moeten goed nadenken over hun toekomst. Maar er zijn zeker mogelijkheden, zoals aansluiten bij een concept of samenwerken met een voergeldgever.”
De DLV Advies directeur benadrukt dat deze stallen vaak goed passen in een structuur van all in-all out, wat de afgelopen jaren ook is gebeurd. Belangrijk is de langetermijnstrategie van de ondernemer en eventuele opvolger.
Ook bedrijven met twee kleine takken die samen één (boven)gemiddeld bedrijf vormen, is niet per definitie nadelig. Bens: „Het zijn vaak degelijke bedrijven, die profiteren van de voordelen van het gemengd zijn.” Dat kan in meerdere of minder mate opwegen tegen het gegeven dat deze bedrijven in beide takken niet optimaal van schaalomvang profiteren.