Denen blijven het aantal varkens verhogen

Varkenshouders in Denemarken bleven dit najaar hun varkensstapel uitbreiden. Volgens de Deense overkoepelende vereniging van de landbouw- en voedingsindustrie (L&F) werden op 1 oktober 2020 in totaal 13,36 miljoen varkens gehouden. Dit waren 771.000 dieren of 6,1 procent meer dan een jaar eerder. De drie voorgaande analyses van de varkensstapel op kwartaalbasis in 2020 lieten al aanzienlijke stijgingen zien in vergelijking met het voorgaande jaar.

Varkensvleesproductie stijgt

Volgens de telling hebben de Deense zeugenhouders ook hun aantal zeugen aanzienlijk vergroot. Het totale aantal vrouwelijke fokdieren steeg jaar op jaar met 50.000 dieren of 4,1 procent tot 1,27 miljoen dieren. Het aantal drachtige dieren nam met 3,3 procent toe tot 786.000, het aantal niet-drachtige zeugen met 5,5 procent tot 480.000.

Vooral het aantal gelten nam sterk toe, namelijk met 6,8 procent tot 422.000 dieren. Hieruit blijkt dat de koers is ingeslagen voor een hogere biggenproductie in de toekomst. Niet alleen de voorraden, maar ook de Deense varkensvleesproductie zit in de lift dit jaar.

Meer slachtingen

Volgens L&F zijn tussen januari en september 2020 in totaal 12,91 miljoen varkens aan de haak geslagen; dat was ongeveer 424.100 eenheden of 3,4 procent meer dan in dezelfde periode van het voorgaande jaar.

Dit komt naast de hogere varkensstapel ook doordat de levende export van varkens voor het eerst in jaren niet is gestegen. Dit was 0,4 procent lager dan in de eerste drie kwartalen van 2019. De levering van zeugen voor verwerking naar Duitsland is ingestort door de lokale capaciteitsknelpunten en de afzet van biggen verloopt niet meer zo snel door de ophoping van slachtvarkens en lage prijzen.