Varkenshouders eindigen 2020 in mineur

Voor de varkenshouderij werd 2020 een jaar van extremen. Na een prima eerste kwartaal, veranderde de uitbraak van het coronavirus het marktbeeld drastisch. De prijzen voor de biggen en het vlees daalden scherp. Geraamd wordt dat het gemiddelde inkomen met bijna 300.000 euro daalt naar 12.000 euro negatief per onbetaalde aje (arbeidsjaareenheden) zo meldt Agrimatie. Dat is fors lager dan in voorgaand jaar en ligt onder het langjarig gemiddelde van 2001-2019. Het laatste jaar met een negatief inkomen was 2015.

Lager prijspeil

De bedrijfskosten stegen in 2020 door de verdergaande bedrijfsvergroting. Daarentegen daalde het gemiddelde prijspeil licht, vooral voor de kosten voor energie en mestafzet. Vanwege de grotere omvang stegen de totale mestkosten met 4.000 euro tot 69.000 euro per gemiddeld varkensbedrijf. De voerprijzen daalden op jaarbasis licht, helaas liepen de voerprijzen richting het eind van 2020 weer op.

De wereldwijde coronapandemie had grote gevolgen voor de varkensmarkt. Daarnaast had de vaststelling van Afrikaanse varkenspest (AVP) in Duitsland bij wilde zwijnen tot gevolg dat de export naar China stil werd gelegd en het varkensvlees op de EU-markt afgezet moest worden.

Grote verschillen

Tussen varkensbedrijven zijn grote inkomensverschillen te zien. Omdat de biggenprijs afhankelijk is van de verwachte opbrengsten voor de vleesvarkens, worden prijsschommelingen bij de vleesvarkens (deels) afgewenteld op de biggen. De zeugenbedrijven behalen nog wel een positief inkomen van 46.000 euro per onbetaalde aje, maar dit daalde ook flink door lagere biggenprijzen (-12%).
De opbrengsten van vleesvarkensbedrijven daalden doordat de waarde van de vleesvarkens op de eindbalans bijna is gehalveerd. Het inkomen zakte naar 46.000 euro negatief per onbetaalde aje in 2020.
De inkomensdaling op de gesloten varkensbedrijven is het grootst, een daling van 403.000 euro vergeleken met voorgaand jaar. Deze bedrijven behaalden een negatief inkomen van gemiddeld 33.000 euro per onbetaalde aje. Naast lagere prijzen, kampen zij ook met de sterke waardedaling van de biggen en vleesvarkens op de eindbalans.