Vertrouwen varkenshouders iets verbeterd

Het vertrouwen dat boeren en tuinders in hun onderneming hebben heeft zich in het vierde kwartaal van 2020 voorzichtig hersteld. De index voor de totale land- en tuinbouw steeg met 2 punten en kwam uit op 9 punten. Na een meting vlak na het eerste kwartaal van 2020 was de index gezakt tot -4 punten maar is bij de recentste enquête over het vierde kwartaal van 2020 voor de derde opeenvolgende keer gestegen. Het Agrovertrouwen lag in januari nog steeds onder het langlopende gemiddelde. Dat blijkt uit de Agro Vertrouwensindex van LTO-Nederland, Flynth adviseurs en accountants, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Wageningen Economic Research.

Varkenshouders

Het vertrouwen van varkenshouders is in het vierde kwartaal van 2020 verder herstelt van een dip in het tweede kwartaal van 2020. De vertrouwensindex steeg beperkt met 1,5 punt naar ruim 13 punten. Het herstel was te danken aan een hogere stemmingsindex (+ 4 punten) en een beperkte teruggang van de verwachtingen van ondernemers voor de middellange termijn (-0,5 punt). Uit beide indicatoren wordt de Agro Vertrouwensindex samengesteld.

Iets meer vertrouwen

Met een Agro Vertrouwensindex van 13 punten ligt het vertrouwen van varkenshouders iets boven dat van de totale land- en tuinbouw en nagenoeg op het niveau van het langjarige gemiddelde van de varkenssector. Het langlopende gemiddelde is namelijk ruim 12 punten.

Actuele stemming

De stemmingsindex, die de huidige situatie op het varkensbedrijf weergeeft, steeg in het vierde kwartaal met bijna 4 punten. Hiermee herstelt de stemming zich verder na een stevig negatieve correctie in het tweede kwartaal 2020 . Toen daalde deze stemmingsindex met maar liefst 30 punten. De huidige stemmingsindex van 19 punten ligt 5 punten hoger dan het langjarig gemiddelde en is nagenoeg gelijk aan de stemmingsindex van de totale land- en tuinbouw.

Terugblik

Terugkijkend op de afgelopen 12 maanden zijn de varkenshouders in het vierde kwartaal van 2020 opnieuw sterk negatiever dan in het derde kwartaal (-14 punten). Daarmee komt deze index op -35 punten. De daling wordt vooral veroorzaakt doordat de opbrengstprijzen opnieuw negatiever zijn beoordeeld dan een kwartaal eerder. Deze index daalde met bijna 17 punten. Drie kwartalen geleden noteerde deze index nog een plus van 61 punten. Ook de omzet- en winstindex daalden met respectievelijk met 19 en bijna 13 punten. De producties zijn ook lager beoordeeld dan in het vorige kwartaal, daarnaast drukten ook de kosten zwaarder op de bedrijfsvoering.

Vooruitblik

De verwachtingen van de varkenshouders voor de middellange termijn bleven nagenoeg onveranderd (-0,5 punt). De index was en blijft afgerond 8 punten. Over de verwachte situatie voor de komende 12 maanden zijn ondernemers positiever geworden. De index steeg met 14 punten. Ondanks deze stijging is deze index is nog niet boven nul gekomen. De index bleef steken op -4 punten. Dat betekent dat voor het vierde kwartaal op rij de pessimistische ondernemers in de meerderheid zijn. Hoewel alle onderliggende indicatoren een positievere verwachting laten zien dan een kwartaal eerder, uitgezonderd de kosten, bleef het merendeel van de onderliggende indicatoren negatief. Opvallend is wel dat varkenshouders de opbrengstprijzen hoger inschatten dan in het derde kwartaal van 2020.