Belgische minister over varkenscrisis: 'De prijzen stijgen terwijl de boeren minder krijgen'

Vlaams parlementslid Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) beet de spits af. “De varkenshouders zitten op hun tandvlees. Veel heeft natuurlijk te maken met de uitbraak van de varkenspest in september 2018. De export viel stil. Ondertussen is de varkenspest wel verdwenen, maar herstelt de export zich niet. De prijzen van de veevoeders zijn ondertussen ook fors gestegen. De prijs van het varkensvlees stijgt in de winkels, terwijl de producenten steeds een slechte prijs blijven krijgen. Het debat is een debat dat ik hier al jaren en jaren voer: wat er allemaal blijft plakken in de keten. Tegen dat een product van bij de producent tot bij de consument in de winkel ligt, daar zitten heel wat actoren tussen. Het ketenoverleg heeft eigenlijk nooit voor een oplossing gezorgd. De varkensprijzen blijven in België historisch laag en gaan zelfs tot onder de euro.”
Dieptepunt
Ook Vlaams parlementslid Emmily Talpe (Open Vld) zei in het Vlaams parlement dat de varkenssector in woelig vaarwater zit. “Door al die toestanden zitten we met een prijshandicap voor ons product. Volgens het Algemeen Boerensyndicaat vielen de noteringen bij ons 5 tot 6 procent lager uit ten opzichte van onze buurlanden. Eind 2019 en begin 2020 – net voor de coronapandemie – was er enig voortuitzicht, er was wat zuurstof, de prijzen gingen omhoog. Maar dat was maar van korte duur. We hadden een lagere bezetting van arbeiders in de slachthuizen en ook de sluiting van de horeca. Dit zorgde ervoor dat de prijzen naar een absoluut dieptepunt zakten. De prijs situeert zich volgens mijn gegevens rond de 80 cent per kilogram. Dat is een historisch laag niveau. Daarbovenop zijn de voederprijzen fors gestegen. De varkenshouders worden als laatste schakel in de keten weer het sterkst geraakt. De prijzen zijn in de handel wel gestegen. Het maakt de vraag naar een betere verdeling van de winsten in de hele ketting andermaal actueel.”
Acute situatie
Vlaams minister Hilde Crevits gaf in het Vlaams parlement toe dat de situatie zeer acuut is. “De recente heropleving van de varkensprijzen de afgelopen weken zijn dan wel hoopgevend, maar in combinatie met de stijging van de voederkosten blijft het perspectief op een echte heropleving vooralsnog beperkt. Heel specifiek in de sector is dat het een jaar duurt voor men het effect ziet van een verminderde inseminatie. De omzet blijft, de prijzen zakken ineen, maar de voedselprijzen stijgen. Deze sector ziet in deze grote crisis zijn vaste kosten ook nog eens stijgen. De varkens kunnen niet zonder eten. Dat maakt dat onze steunmechanismen nu voor hen minder adequaat zijn. Mijn diensten monitoren van nabij de situatie inzake de slachtachterstand, die ondertussen weggewerkt lijkt. De AVP-vrije status die België ondertussen eind vorig jaar opnieuw heeft ontvangen, moet leiden tot een gestage toename van handel naar derde landen, al ben ik er mij van bewust dat de grote bestemmingen zoals China en Zuid-Korea nog niet onmiddellijk beschikbaar zijn voor Belgisch varkensvlees.”
Steunmaatregelen
Op Vlaams niveau kunnen landbouwbedrijven die kampen met liquiditeitstekorten, bij het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) een tijdelijke waarborg aanvragen indien ze nood hebben aan bijkomende overbruggingskredieten, zei Crevits. “Bedrijven kunnen nog tot 30 september een steunaanvraag indienen. Mijn diensten zullen de nodige acties ondernemen om de bekendheid van dit instrument bij de landbouwers én de banken te verhogen. Het wordt immers niet echt gebruikt, niet zoals we zouden willen. Daarnaast worden binnen het VLIF de doorlooptijden van VLIF-investeringsdossiers zo kort mogelijk gehouden, om op die manier tegemoet te komen aan liquiditeitstekorten die kunnen ontstaan op bedrijven. Daarnaast zijn de diverse VLAIO-steunmaatregelen (Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen) toegankelijk voor landbouwers indien ze aan de voorwaarden voldoen. Op 15 februari was daarvan al meer dan 5,5 miljoen euro uitgekeerd aan landbouwbedrijven en aanverwanten.”
Crevits zoekt naar een mogelijk bijkomend instrument, omdat ze ziet dat veel boeren geen beroep kunnen doen op de VLAIO-instrumenten die nu zijn uitgewerkt. “Ze hebben geen 60 procent omzetverlies, maar ze kampen met een mix van een pak omzetverlies en gestegen kosten”, zegt Crevits. “Dat is iets waar de landbouwsector vrij uniek in is in vergelijking met andere economische sectoren. Ik ben aan het bekijken wat we daar kunnen doen, maar dat is natuurlijk niet evident, omdat we proberen de lat gelijk te leggen voor iedereen. We blijven echter zoeken om daar toch een stukje oplossing aan te bieden. Het is slechts een druppel op een hete plaat. Er is een structurele crisis in de sector.
Brexit
Crevits benadrukte dat de inspanningen die ze deed met het Vlaams Centrum voor Agro en Visserijmarketing (VLAM) om de heropleving van de export te versnellen, hun eerste vruchten afwerpen. “Zo is de export naar de Filipijnen opnieuw opgestart”, zegt Crevits. “Ook het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke afzetmarkt voor deze sector. In het kader van de Brexit heb ik gisteren (dinsdag, red.) nog samengezeten met mijn federale collega, David Clarinval, bevoegd voor het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en met mijn Waalse collega, Willy Borsus. We hebben afspraken gemaakt om het FAVV en VLAM onze bedrijven goed te laten ondersteunen. Er zou ook nog een webinar komen. Verder is er ook een grote zorg voor de fytosanitaire certificaten die vanaf 1 april in werking treden en waardoor een controle ter plaatse door het FAVV van iedere vracht in principe nodig zal zijn. Dat zou de situatie een stuk moeilijker kunnen maken, maar we proberen daar heel proactief op te werken.”
Op Europees niveau wil Crevits samen met haar administratie gepaste maatregelen nemen voor de interne markt. “Europa heeft die maatregelen niet geactiveerd voor de varkenssector. Daar zitten we vandaag met grote problemen. Maar we blijven aandringen om daar toch doorbraken in te krijgen. Er zijn Europese maatregelen tegen overschotten zoals tijdelijke opslag en uit de markt nemen van grote hoeveelheden, om die later weer op de markt te brengen.”
Ketenoverleg
Crevits wil zich ook persoonlijk mengen met het ketenoverleg. “Er moet een structurele oplossing worden uitgewerkt voor de moeilijkheden waar onze varkenssector mee geconfronteerd wordt”, zegt Crevits. “De prijzen stijgen terwijl de boeren minder krijgen. Dan zit er iets heel grondig scheef.” Crevits wil de keten moet sowieso weerbaarder worden, zowel structureel als in tijden van crisis. Daarom wil ik graag een faciliterende rol opnemen, met als doel een ketenbreed crisismechanisme uit te bouwen. Ik zal hiervoor op korte termijn de keten samenroepen en dit gesprek opstarten. Het Ketenoverleg is een privaat initiatief waar noch het federale noch het gewestelijke niveau rechtstreeks bij betrokken zijn. Als ik een initiatief neem, is dat omdat ik echt wel wil faciliteren wat we willen bereiken. De overheid zelf beslist echter niet in het Ketenoverleg. Dat is het eigene eraan. Ik merk wel dat de dynamiek groeit.”
Heropening markten
Op een bijkomende vraag van volksvertegenwoordiger Emmily Talpe gaf de minister mee dat er ook hoopvolle signalen zijn, vooral dan op internationaal vlak. Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) en het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen is intens bezig met de heropening van de markt in China. “Het jammere is dat China in dit dossier de link legt met andere zaken zoals het 5G-dossier, waardoor dit een werk van lange adem wordt”, licht Crevits toe.
Crevits zegt dat de VLAM mikt qua timing op het najaar mikt. “Maar we zullen dat in de komende maanden intens moeten opvolgen. Het is wel positief dat de Filipijnen terug open zijn, dat is een belangrijke afzetmarkt voor ons.” Talpe verwees ook naar de G30, een top die enkele jaren geleden door toenmalig minister Schauvliege werd georganiseerd met alle actoren uit de varkenssector, en vroeg zich af of dit initiatief voor herhaling vatbaar is gelet op de huidige crisis. “We nemen de aanbevelingen uit het rapport van de G30 ter harte”, zegt Crevits. “Een aantal zaken zijn opgenomen in mijn strategie Vlaamse kost, lokale kost. We bekijken wat we daar nog extra kunnen uithalen. Onze Vlaamse kost bouwt voort op de G30.”
De hele commissie kan u nog eens herbekijken op:
https://www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/1479640/verslag/1481604
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Susan Rexwinkel