GD wil bigvitaliteit verbeteren met nieuwe aanpak

„Om gezond op te groeien moeten biggen zo snel mogelijk na de geboorte gaan drinken”, vertelt dierenarts Manon Houben, hoofd afdeling varken bij GD. „De eerste slokken biest zorgen er vooral voor dat ze niet verkleumd raken. Naast een belangrijke energiebron, is de biest ook de enige bron voor hun antistoffen. Vandaar de QuickScan Biestmanagement. Deze methode geeft inzicht in de biestkwaliteit van de zeug én de biest, en energieopname van de biggen.”
Biest- en bloedonderzoek
De QuickScan bestaat uit biest- en bloedonderzoek. In de onderzoekrapportage die de varkenshouder en dierenarts ontvangen staan niet alleen de uitslagen, maar ook de interpretatie van de resultaten, en wordt waar mogelijk advies gegeven. Manon: „Is bijvoorbeeld de biestopname te laag, maar de biestkwaliteit goed? Dan moet er aandacht worden besteed aan het werpproces, de biggewichten of het klimaat in het kraamhok. Is de biestopname prima, maar zijn er problemen aangetoond in de melkopname? Dan komt de nadruk meer te liggen op het overleggen van de biggen en voeren van de zeugen.”
Stappenplan doodgeboren biggen
Met de methode BIGinzicht beoordeelt GD op basis van een stappenplan wanneer doodgeboren biggen en mummies gestoven zijn én of de biggen voldoende ontwikkeld waren. „Het moment van sterven geeft duidelijke aanwijzingen over de oorzaken”, legt Manon uit. „Alleen als je het moment van uitval weet, kun je bepalen waar de verbeterpunten liggen. Daarnaast is het belangrijk om de mate van ‘rijpheid’ van de biggen te weten. Waren ze voldoende ontwikkeld om levensvatbaar te kunnen zijn? BIGinzicht brengt dit allemaal in kaart. Je weet precies wat je in handen hebt.”
Belangrijkste aandachtspunten bigoverleving
Wanneer varkenshouders BIGinzicht aanvragen, worden zij verzocht om in een weekgroep gedurende maximaal twee opeenvolgende dagen, een paar keer per dag, doodgeboren biggen en mummies te verzamelen en deze in te sturen naar GD. Manon: „De varkenshouder ontvangt na het onderzoek een dashboard met daarin de belangrijkste aandachtspunten om de bigoverleving te kunnen verbeteren. Er wordt aandacht besteed aan de drachtfase tot de laatste week van de dracht, de laatste week van de dracht, het geboorteproces en de opvang van de biggen na de geboorte

Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Gerard Burgers
Bron: GD