Drie grootste slachterijen hebben 60 procent Duitse markt in handen

De ranglijst maakt volgens ISN duidelijk wat voor een buitengewoon jaar de varkenssector achter de rug heeft. De verschillende effecten van de coronapandemie en de uitbraak van AVP hebben de structurele verandering versneld. De tien grootste bedrijven hebben samen meer dan 82 procent van de varkens die het afgelopen jaar in Duitsland zijn geslacht. Vorig jaar was de drempel van 80 procent net overschreden. Daarnaast zijn er verschillende samenwerkingsverbanden tussen middelgrote slachthuizen ontstaan. De slachthuizen streden om een ​​steeds schaarser wordende grondstof. In 2020 werden nog net niet 53,3 miljoen varkens geslacht. Dat betekent een min 3,5 procentofwel 1,91 miljoen varkens minder. Het laagste aantal slachtingen in 14 jaar.

Onbetwiste marktleider

Tönnies blijft de onbetwiste marktleider. Hier werden echter ongeveer 400.000 varkens minder aan de haak geslagen dan in het voorgaande jaar. Doordat het totale slachtvolume echter nog verder kromp, kon Tönnies zijn marktaandeel licht vergroten tot 30,6 procent. Op de tweede en derde plaats staan ​​ Vion en Westfleisch. Terwijl Vion het niveau van vorig jaar met 7,6 miljoen dieren wist vast te houden, verloor het coöperatie Westfleisch maar liefst 3 procent en slachtte 7,47 miljoen varkens.

Kleinere slachterijen

Tegenover het verlies van Tönnies, Westfleisch en Danish Crwon (-6,6 procent) staat de kleinere slachterijen hun aandeel vergrootten. Met ongeveer 1,85 miljoen varkens verhoogde Böseler Goldschmaus zijn slachtvolume met 4,5 procent. Daarnaast voegde het slachthuis Steinemann uit Steinfeld zich bij de tien grootste varkensslagerijen. Door de overname van het EGO-slachthuis in de regio Osnabrück had het bedrijf 1,35 miljoen varkens.