‘Veel contacten kunnen leggen dankzij deelname aan 'Beste Idee van Varkensland’

De basis voor de huidige Filterfloor werd in 2014 gelegd, door een betonfabrikant in het noorden van het land. ,,Enkele jaren daarvoor werd de melkveehouderij gedwongen om de overstap te maken van de traditionele roostervloeren naar dichte vloeren, om zo de emissies te beperken”, vertelt Yke Roelevink. ,,Ik werkte destijds op de R&D-afdeling van een betonfabriek en ook wij gingen hiermee aan de slag. Dit resulteerde in 2014 in de eerste FIlterfloor.”

Het principe van deze kunststof vloer is dat de dikke en dunne fractie worden gescheiden direct bij de bron: de urine loopt door de vloer de onderliggende kelder in en de vaste fractie blijft op de vloer liggen. ,,Doordat de dikke en dunne fractie niet bij elkaar komen, kun je een flinke emissiereductie realiseren. Daarnaast kan de dunne fractie worden geraffineerd tot een mineralenconcentraat, terwijl de dikke fractie kan worden gecomposteerd en op die manier inzetbaar is voor de bemesting van onder meer grasland. Je kunt mineralen dus heel slim hergebruiken.”

Netwerk opbouwen

De betonfabrikant zag uiteindelijk te weinig potentie in de vloer en trok zich terug. Roelevink en een compagnon namen het stokje over, en richtten hiervoor ook een apart bedrijf op. ,,We zijn de Filterfloor samen gaan doorontwikkelen en hebben deze getest in verschillende stallen, om te kijken wat de effecten waren. Deze proeven vonden niet alleen plaats in de melkveehouderij, maar ook in de varkenssector.”

Omdat de ondernemers nog relatief weinig contacten hadden in de varkenshouderij, besloten zij zich vier jaar geleden aan te melden voor ‘Het Beste Idee van Varkensland’. ,,We hoopten op die manier een netwerk op te bouwen en in contact te komen met meer varkenshouders die wilden testen met onze vloer. En hoewel we de prijs niet wonnen, is dit doel wel bereikt. We hebben veel contacten kunnen leggen en kennis kunnen delen. Uiteindelijk werden, met subsidie van de provincie Overijssel, twee proeven van drie maanden uitgerold op varkensbedrijven in de provincie. Deze werden begeleid door VKON, daarnaast zijn indicatieve emissiemetingen uitgevoerd door een meetbedrijf. Op die manier droeg ‘Het Beste Idee van Varkensland’ dus bij aan de doorontwikkeling van ons systeem.”

Op pauze

Uit de indicatieve metingen tijdens de proeven bleek dat de emissie van ammoniak en methaan met 60 tot 80 procent kon worden gereduceerd, dankzij inzet van de Filterfloor. Ook bleef het vloeroppervlak goed droog - mits er niet te veel varkens op stonden - en was de vloer volgens Roelevink behoorlijk goed ‘hufterproof’. ,,Dat viel ons honderd procent mee, aangezien de dieren toch nog wel wat sloopgedrag vertoonden. Desondanks waren op dit punt nog wel wat verbeteringen nodig, zo zagen we.”

Deze verbeteringen zijn tot nu toe niet gerealiseerd en ook is er nog geen RAV-erkenning: met het oplaaien van de stikstofdiscussie kwamen ook de ontwikkelingen rond de Filterfloor tot stilstand. ,,Ook de meetprotocollen rondom emissiearme vloeren kwamen immers ter discussie te staan. Hierdoor waren en zijn er geen investeerders meer te vinden, die geld willen steken in de doorontwikkeling van onze vloer. Dat vinden ze te risicovol. Ondanks de positieve publiciteit en de boost die ‘Het Beste Idee van Varkensland’ ons gaf, staat nu alles op pauze. Dat is frustrerend. Het zal volledig afhangen van eventuele wet- en regelgeving rondom meetprotocollen of en hoe het verdergaat met de Filterfloor.”

Vragen en onduidelijkheden

Een obstakel is volgens Roelevink ook dat voor emissiearme stalsystemen in de varkenshouderij een reductiepercentage van tachtig procent geldt voor ammoniak. Die haalt de Filterfloor op dit moment nog niet. ,,Wat dit betreft moeten we nog een slag maken. Sowieso zou het wenselijk zijn om de transitie van middel- naar doelvoorschriften te maken. Zodat varkenshouders onze vloer bijvoorbeeld kunnen inzetten in combinatie met voertechnische maatregelen, en op die manier toch een reductie van tachtig procent weten te realiseren. Maar voordat het zover is, moet er nog veel gebeuren. Er zijn veel vragen en onduidelijkheden - heel veel.”