In 2018 bijna 4% minder varkensbedrijven

In 2014 telde Nederland nog 12.238.120 varkens en een jaar later ineens 12.602.890 varkens. Ten opzichte van 2015 zijn er dus nog 93.710 varkens minder. Dit jaar zullen er in Nederland 5.705.920 biggen zijn tegen 5.611.560 biggen vorig jaar. Een lichte groei van bijna 1,7 procent. Ook het aantal fokvarkens is met 1 procent iets gestegen: van 1.158.680 naar 1.170.760 dieren. Vleesvarkens noteerden nauwelijks een verandering en groeiden met slechts 2.000 extra varkens naar 5.632.500. In 2015 was dat aantal nog 5.803.700.
Forse daling bedrijven
In 2014 waren er volgens de landbouwtelling in Nederland nog 5.110 varkensbedrijven, maar in de afgelopen vier jaar is dat aantal met bijna duizend bedrijven naar 4.160 gegaan. Een forse daling van 18,6 procent; met name 2016 kende een aanzienlijk daling. In dat crisisjaar stopten 420 varkenshouders.
Het CBS maakt geen echt onderscheid tussen vleesvarkensbedrijven, fokbedrijven en gesloten bedrijven, maar telt de bedrijven naar het type varken dat ze hebben. Een bedrijf met biggen en fokvarkens en wellicht vleesvarkens kan dus drie keer geteld worden. Volgens deze telling neemt het aantal bedrijven met biggen in 2018 met 40 af naar 1.830 bedrijven. Bedrijven met fokvarkens daalden met 50 naar 1.790 bedrijven en varkenshouderijen met vleesvarkens zakten met 130 naar 3.420 bedrijven.
Grens 3.500 varkenshouderijen
Met het aflopen van de stoppersregeling en de voorgenomen warme sanering van de varkenshouderij zal het aantal bedrijven in de komende jaren blijven dalen. Hoeveel bedrijven gaan stoppen, is niet bekend. Wordt de lijn van afgelopen jaren van 237 stoppende bedrijven per jaar doorgezet, dan bereikt het aantal varkensbedrijven in Nederland dicht de grens van 3.500 ondernemingen.

Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: CBS