Mestafzet

Minister Carola Schouten (LNV) verwacht dat door de saneringsregeling voor de varkenshouderij het aantal varkens in Nederland met 7 tot 10 procent zal kunnen dalen.

De mestboetes die standhouden zijn vaak boetes voor het beroemde kruisje dat men vergeten is te zetten. Een groot deel van de boetes betreft administratieve fouten zonder dat sprake is van daadwerkelijke fraude.

Verschillende oude rapporten over de onnauwkeurigheid van mestbemonstering, zijn nog steeds actueel en liggen als een tikkende tijdbom onder het mestbeleid. De politiek en regering doen hier niets mee.

POV-voorman Bart Verhees roept varkenshouders op om zich bij een verwerkingsinitiatief aan te sluiten „We hebben steeds geroepen dat we meer mest moeten verwerken. Dan moeten we er ook samen voor zorgen dat dit van de grond komt. Nu is het uur U.”

Varkenshouders die deelnemen aan de stoppersregeling en derhalve op 1-1-2020 hun stal leeg moeten hebben, voldoen door de vloeren af te dekken met een zeil, aan de eisen van een emissiearme huisvesting en hoeven de mest niet voor 1-1-2020 af te voeren.

Het gelijkstellen van kunstmestvervangers aan kunstmest binnen de EU is een stapje dichterbij. Dit door de presentatie van een conceptrapport over de criteria waaraan kunstmestvervangers moeten voldoen door de Europese Commissie.

Naast de stallen moeten ook de mestputten van varkenshouders, die deelnemen aan de stoppersregeling, op 1 januari 2020 leeg zijn. In de praktijk bestaat hierover nogal onduidelijkheid. In tal van stukken over deze regeling staat niet expliciet vermeld.

Mestverwerking en -verwaarding zijn belangrijk in het Actieplan Vitale Varkenshouderij. Door meer mestinitiatieven en nieuwe technieken zou er meer mest kunnen worden afgezet.

Varkenshouders betaalden in 2016 gemiddeld 51.000 euro om hun mest af te zetten. De kosten voor de mestafzet voor varkenshouders zijn ruim 8 keer zo hoog als voor melkveehouders (6.000 euro) en bijna 5 keer zo hoog als voor pluimveehouders (11.000 euro).

Geen verdrievoudiging van de aanvoer van Nederlandse drijfmest naar de Duitse regio Euskirchen maar juist een halvering. Dat blijkt uit een Aanleidingcontrole, na volop media-opschudding, door de Landwirtschaftskammer van de mestdocumenten.