Op vermeerderingsbedrijven zien we regelmatig een steeds terugkerende uitbraak van influenza, vooral bij gespeende biggen en vleesvarkens/opfok. Dit wordt meestal in stand gehouden door zuigende biggen of door aanvoer van opfokdieren van andere bedrijven.

Mycoplasma hyopneumoniae, ook wel bekend als de veroorzaker van enzoötische pneumonie, komt wereldwijd voor op varkensbedrijven. Het veroorzaakt o.a. een droge hoest, verminderde groei en een toegenomen voederconversie.

Sinds het begin van deze eeuw, is het aantal humane Salmonella gevallen gehalveerd, en was in 2017 het laagst ooit. Dit zien we ook terug in de bevindingen in landbouwhuisdieren, en in de vleessector.

Op een zeugenbedrijf is de belangrijkste en duurste plaats het kraamhok. Het gebruik van de kraamhokken is de eerste limiterende factor in het aantal varkens dat geproduceerd kan worden.

Gelten kunnen verantwoordelijk zijn voor het introduceren van nieuwe virussen (zoals influenza), maar ze kunnen ook werken als boosters van virussen die al in het bedrijf aanwezig zijn wanneer deze dieren negatief zijn en bij introductie besmet raken.

Infecties met het Porcine Circovirus type 2 (PCV2) kunnen geassocieerd worden met verschillende klinische symptomen. Jarenlange inzet van vaccins hebben ertoe geleid dat het klinisch ziektebeeld nagenoeg volledig is verdwenen in Nederland.

Longonderzoek bij varkens aan de slachtlijn levert waardevolle informatie op over de longgezondheid van vleesvarkens. Daarom heeft Ceva Santé Animale het Ceva Long Programma (CLP) ontwikkeld, een applicatie voor het scoren van longen bij slachtvarkens.

De bacterie Actinobacillus pleuropneumoniae (App) veroorzaakt pleuropneumonie (APP). Infecties met App kunnen een acuut, chronisch of subklinisch verloop hebben.

Er zijn geen twijfels over het zoönotische risico van de varkensgriep. Het is echter onduidelijk wat het belang is van dit respiratoir pathogeen vanuit een productie-oogpunt.

Een deel van de biggen in de kraamstal waar varkensinfluenzavirus circuleert, kan tijdens de eerste weken na de geboorte door SIV (Swine Influenza Virus) worden geïnfecteerd. Dit geeft aan dat niet alle biggen door maternale antilichamen worden beschermd.